Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
De pagiën geleidden de gasten in verschillende kemenaden en zij wieschen zich in gulden bekkens met fijne dwalen en kleedden zich er lagen steeds surcoet en hozen klaar voor dolende ridders. Lionel, die vooreerst niet naar Koning Clarioen dorst keeren, hoopte onder Koning Assentijns ridderschap te worden opgenomen; ook Merlijn bleef nog die nacht.
En stegen, op de fenix, die Merlijn stuurde, Gwinebant en de toovenaar op. De jonge ridder zat achter zijn stuurder en verbaasde zich. De schitterend pauwevervig geschakeerde vogel, met recht gestreken wieken, azuur in den maneschijn, zweefde hooger en hooger op en uit zijne diamanten oogen schoten twee bundels felle lichtstralen, die verlichtten den weg door de lucht en de boomkruinen van het nachtelijk foreest. En tusschen hemel en aarde, tusschen bosch en sterren, voerde Merlijn Gwinebant naar zijn liefde. Van gelukzaligheid glimlachte, open zijn zacht hijgenden mond, Gwinebant, de sterren toe of de zwarte bladerenzee, beneden even gekabbeld de golven.... Hoe zij zweefden, hoe de fenix zweefde! Hoe zij vlogen, hoe de fenix vloog! O tooverië, o heerlijke tooverië van vliegen en zweven, de luchten door, de zomernacht door, over de wereld, tusschen sterren en bosschen! Tot ginds, afgeteekend tegen de klare nacht, de zware burchtsilhouet rees van het slot van Assentijn, Gaweins schoonvader lace, Ysabele, zijne dochter en Gaweins lieve vrouwe, zij was verscheiden van deze aarde! Maar Ysabele, de jonge maagd, en Assentijns kleindochter, die Gwinebant zoo beminde, zij leefde, d
Want vond Gawein niet Assentijns dochter, Ysabele eveneens geheeten, in den Burcht van Endi, waar het eerste Scaec werkelijk binnen dreef door het opene venster en nam hij haar niet en mede en huwde hij haar niet aan onzes Konings hove en stierf zij niet in kinderbedde! Arme Gawein: ontrouw was hij haar dikwijls al minde hij haar, zijn Ysabele, zijn lieve wijf, vol van deugden!
En Ysabele, met de armen om ouden Assentijns mottigen kraaghals van hermelijn, lachte hem in de oogen, dat de Koning schudde het hoofd, ontevreden op zich, omdat hij zóó zwak was voor zijner kleindochter omvleiïngen.
En Gawein toonde Ysabele het duwiere, waar hij, meer dan tien jaren her, met hare moeie, Ysabele als zij geheeten, met Koning Assentijns schoone dochter zóó vergramd was de Koning geweest, toen hij Destijds van hun kussen gehoord had! in ketens was neêr geworpen.
Herkend heb ik u dadelijk! Herinnert gij u, dat gij hier tusschen mij en mijn zoon vondt staan het tooverschaakspel, dat in Camelot was binnen gevlogen en dat gij harde begeerdet en dat ik het u gaf, toen gij mij na vele Aventure kwaamt brengen het Zwaard met de Ringen, dat gij van Koning Amoraen kreegt, omdat gij hem beloofdet de schoone Ysabele tot hem te brengen, Koning Assentijns dochter!
En toen de ridders zagen het heir, zoo groot, zoo breed, zoo lang rondom den burcht van Koning Assentijn gelegerd, begrepen zij, dat zij, tièn ende niet meer ende niet minder, het Groote Aventuur moesten bestaan: het Groote Aventuur den burcht te ontzetten, omdat Koning Assentijn toch bevriend was met Koning Artur van Logres, omdat 's Konings Assentijns kleindochter, de princesse Ysabele al wisten zij haar ook verloofd aan dien zelfden Clarioen, die het Rijk van Endi was binnen gevallen de geliefde was van Gawein of van Gwinebant: daar waren zij onder malkanderen niet zeker van maar zij wilden het uit hoofschheid niet vragen, noch aan Gwinebant, noch aan Gawein.
Gij dròomt zelfs niet van andere jonkver dan van Ysabele, Assentijns kleindochter. Gwinebant lieft niet lange genoeg! Hij en is niet genoeg beproefd! riepen Meleagant en Hestor. Twijfelt gij aan mijne trouwe? riep Gwinebant, de klare stem klaterend van verontwaardiging. Wie van u is dan trouw? vroeg Merlijn, die het wel wist. Zij waren het op één na van allen geen.
De tien Ronde-Tafel-ridders verzamelden zich met de baroenen en reden den burcht te gemoet, van waar op de tinnen wuifden de edelvrouwen hare wijlen en keften de schoothondjes en justement toen de baroenen en ridders de eerste neer gelatenen ophaalbrug wilden over rijden, trad de huispaap uit met zes koorknaapskens; hij bracht op des Konings Assentijns bevel het Heilige Sacrament der Stervenden op het slagveld en bidden zoude hij voor alle zondige zielen, die daar in den schemeravond aarzelden de veege monden uit te gaan, omdat de felle duivelen met gloeiende oogen zekerlijk uit loerden in de vallende schaduwen, om hun spel met de arme zielen te drijven en met ze te sollen als met ballen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek