Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Bij mijne koningskrone, Destijds versloegt gij aan mijner twaalf muren twaalf poorten telken male vierwerf twintig man, zonder waan! en wel gewapend; gij drongt binnen mijn burcht en toen gij gevangen laagt in donkere duwiere en mijn dochter tot u kwam, wist gij haar te schoffieren en te ontvoeren daarna.... Zoû ik dan heden, naar nieuwe zede en costume, maar niet bet doen u alle poorten te openen, u hoofschelijk te ontvangen en u te vragen wat gij wenscht?
Zoo heeft men dus de tooverfonteinen, die een "bain de Jouvence" verschaffen, de Wonderboomen, van goud, waarop gouden vogeltjes zingen en tal van meer verschijnselen van magie, dikwijls op te vatten als meer of minder effectvolle, gecompliceerde, werktuigkundige scheppingen, waarom tevens de fantazie van den "vinder", de trouvère, die zijn roman dicht, niet zelden een dichterlijk waas weeft, en niet altijd den lezer verraadt, dat de gouden Wonderboom met de zingende vogeltjes hol is en boven een "duwiere" gewelf geplant staat, in welk "duwiere" zestien mannen met acht blaasbalgen wind toejagen om de vogeltjes te doen zingen.
Ysabele, uwe dochter, herkende ik zoodra ik haar zag en zij herkende mij uit haar eigenen droom. En met vele listen vroeg zij u, haren vader, met mij te doen wat zij wilde en zij deed mij binden met sterke koorden en werpen in den duwiere maar zoodra wij alleen waren, ontbond zij mij en koosden wij en kusten wij....
En wat ik nog wist te maken: tooverbedden, waarin gewonde ridder genas, wonderboomen van rooden goud, waarop de vogelkijns zingende vlerken uitslaan ik zeg u in gemoede: dat gebeurde door mannen-met-blaasbalgen, die onder een duwiere den hollen boom wind toe joegen en zoo de vogelkijns zingen deden dat maakt Merlijn, met Zwevende Scaecken, nu veel beter dan ik; dat is hèm kinderspel, spelleconstjes, aardigheidjes, meer niet: vooral een Zwevende Scaec des ben ik overtuigd zal hij nu ook veel beter vermogen te maken dan ik het ooit vermocht!
En Gawein toonde Ysabele het duwiere, waar hij, meer dan tien jaren her, met hare moeie, Ysabele als zij geheeten, met Koning Assentijns schoone dochter zóó vergramd was de Koning geweest, toen hij Destijds van hun kussen gehoord had! in ketens was neêr geworpen.
Gij versloegt tachtig malen twaalf mannen, mijn oom? verwonderde Ysabele, terwijl zij buiten het duistere duwiere traden; over de trappen stegen en daalden eindeloos de burchtgenooten, zoekende. Gij versloegt zoo vele mannen, gij, alleen? Ja, ik weet, ik las er van in de jeeste, de zelfde, die de vinder ons gisteren zong!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek