Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Maar als gij wilt, zal ik U tegen vijf uur op de markt ontmoeten, En ben tot slapenstijd dan tot uw dienst. Thans roepen mij mijn zaken elders heen. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Tot vijf uur, gaarne. Nu ga ik wat slent'ren En recht op mijn gemak uw stad bezien. KOOPMAN. Nu, ik wensch u met uzelven veel genoegen.
Nog heden raakte een Syracuser koopman In hecht'nis, wijl hij hier zich heeft gewaagd; En daar hij zich niet los kan koopen, sterft hij, Zooals de wet van onze stad bepaalt, Nog eer de moede zon in 't westen zinkt. Ziehier het geld, dat ik voor u bewaarde. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Hier, Dromio, ga, breng dit naar den Centaurus, En blijf er wachten, tot ik bij u kom.
DROMIO VAN SYRACUSE. Dat herkende ik aan de onvruchtbaarheid, midden in de holte van haar hand. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Waar Frankrijk? DROMIO VAN SYRACUSE. Op haar voorhoofd, dat afvallig is en in opstand tegen zijn hoofd. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Waar Engeland?
DROMIO VAN SYRACUSE. Wel heer, zulk een aanspraak, als gij op uw paard maakt; en zij zou mij willen hebben als een beest; niet dat zij mij wil hebben, omdat ik een beest ben; maar zij, die een zeer beestachtig schepsel is, maakt aanspraak op mij. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Wat is zij voor een schepsel?
ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Zijt gij bij haar geen beurs met goud gaan halen? ADRIANA. Hij kwam er om, en ik, ik gaf het hem. LUCIANA. Ik kan getuigen, dat zij 't goud hem gaf. DROMIO VAN EPHESUS. God en de touwverkooper zijn getuigen: Niets anders moest ik halen dan een touw. KNIJP. Zij beiden zijn bezeten, heer en dienaar; Zij zijn doodsbleek, en ziet eens, welke blikken!
ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Gelogen, knaap! want juist, wat gij daar zegt, Was uwe boodschap aan mij op de markt. DROMIO VAN SYRACUSE. Ik heb haar van mijn leven nooit gesproken. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Hoe komt het dan, dat ze ons bij name noemt? Of is dit door een geest haar ingefluisterd?
DROMIO VAN EPHESUS. Dat "schavuit", heer, wis blijft het u bij, waar ge ook gaat. ANGELO. Hier wacht noch maal noch welkomst ons, en beiden trokken ons aan. BALTHAZAR. Wat beter was, bleef onbeslist; nu zullen zij beide ons ontgaan. DROMIO VAN EPHESUS. Uw gasten zijn er, meester; laat hen niet buiten staan. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Wij komen niet in de haven; de wind is ons hier tegen.
DROMIO VAN SYRACUSE. Bij mijn ziel, heer, mijzelf niet; ik behoor aan een vrouw toe, die aanspraak op mij maakt, mij vervolgt, mij wil hebben. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Welke aanspraak maakt zij op u?
DROMIO VAN SYRACUSE. Snel, als een wand'laar, voor een beer beducht, Neem ik, voor die mijn vrouw wil zijn, de vlucht. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. In deze plaats zijn enkel heksen thuis; En daarom is 't hoog tijd van hier te gaan.
ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Neen, neen, zeg ik daarop. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Dat zeg ik ook; toch noemde zij mij zoo; En deze schoone jonkvrouw, hare zuster, Sprak steeds van zwager. ANGELO. Dat is de keten, heer, die ik u gaf. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Ik meen het ook, heer; ik ontken het niet. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. En mij, heer, deedt gij voor die keten gijz'len.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek