United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Och! al sneeuwt het roode rozen, tranen reegnen daar door heen! Maar ze duchten er geen jammer: Ik ben angstig, ik-alleen. 't Proefjaar is ten end geloopen; 't is heur laatst banket op 't slot: Morgen volgt heur nonnenwijding... morgen, morgen! o mijn God!... »Maar waarom die siddrende angstkreet? Lijfknaap! gy, nog half een kind! Hebt gy dan uw schoone Jonkvrouw licht in 't heimelijk bemind?

Den volgenden dag was Dirk ontstemd en knorrig; hij had zwaar gedroomd en was met een angstkreet wakker geworden, want op de kentering van slapen en ontwaken had hij gedroomd, dat de Bobberd voor zijn bed stond en hem met geweld het taschje wilde ontnemen; daardoor was hij met den uitroep: „Blijf er af, valsche hond!” wakker geworden en zag met schrik Mijntjes donkere, zwaarmoedige oogen, die hem stil verwijtend aanstaarden, op zich gericht.

"Volg mij dus, Dakerlia, en wees uwe belofte getrouw, heden en in de toekomst." De maagd stapte achter hem uit den kerker. Was haar uiterste droefheid veinzerij geweest? Nu glimlachte zij geheimelijk, en eene vonk van zegevierende blijdschap glinsterde in hare oogen. Evenwel, toen zij op het plein trad, ontsnapte haar een versmachte angstkreet en zij verbleekte van schrik.

Hij meende hem te zeggen, om zich naar de paarden te begeven en ieder der tramps neer te schieten, die te paard mocht willen stijgen om te ontvluchten. Maar nauwelijks was het eerste woord over zijn lippen, toen weerklonk er uit het bivak der tramps een luide noodkreet, die door merg en been drong. Het was de reeds vermelde angstkreet om hulp, van den ouden Missouriër.

Ongetwijfeld waren dit de personen, welke men te Bolderhout plechtig wilde inhalen; want de krielende menigte begon zich bij den ingang des dorps op te hoopen en de lucht met blij geschater te vervullen. De koets naderde. Daar ontsnapte den verschietenden dorpelingen een angstkreet.

En met God bij zijn ziel en zijn ziele met zijn God vereenigd, sluimert hij zacht in de ruste des slaaps. Het is zoo, er zijn ook onrustige nachten. David kende ook den angstkreet: »Ik sliep, maar mijn hart waakteHij wist ook van nachten, dat de slaap van zijn oogen week, en de bitterste tranen zijn oog bevochtigden.

De pastoor naderde tot het hoofdeinde en sprak luid: "Reimond, hoort gij mij?" Eene siddering scheen de leden van den zieke te doorloopen. Hij opende de oogen zoo wijd en met zulken glasachtigen blik, dat Jakob Mispels, eenen angstkreet slakend, in de kamer terugsprong, als hadde een spook hem aangegrijnsd.

"Te veel reeds hebben vrouwen onze verdediging gehinderd", gromde Burchard. "Voor het behoud van het leven uwer zuster zoudt gij het leven van al deze dappere mannen gaan opofferen? Het is belachelijk!" Robrecht meende tegen den barschen Burchard met woede uit te vallen; maar nu galmde hem van beneden eenen angstkreet in de ooren, die hem naar den boord der gaanderij deed springen.

Neen, neen! gij hoort haar angstkreet, haar smeeken, haar kermen. En het bloed stroomt u sneller door de aders; gij wilt haar verlossen, haar scheuren uit de klauwen des verderfs. Broeders! wij zijn één in geloof; dát, dát is de triomf der Kunst zij wekt ons tot liefde.

En zij stak langzaam de hand in hare borst en trok er eenen glinsterenden moordpriem uit, dien zij stilzwijgend toonde. De anderen deinsden met eenen angstkreet terug. Het staal in de vuist wringende, zeide Dakerlia, zonder de minste drift: "Zoolang Robrecht nevens mij staat, zal hij mij verdedigen; beschikt God over zijn leven, dan wordt deze moordpriem mijn beschermer. Disdir Vos?