Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
"Het zal bezorgd worden," hernam Ludwig, het pakket aannemende: "ik moet de gezanten toch nog spreken vóór hun vertrek uit Den Haag." "En deze brief," vervolgde zij, "is voor den Veldheer Spinola." "Waarschijnlijk van den Ambtman," hernam hij: "ja, ik herken die hand. 't Is wel: ik hoop slechts, dat ik hem te zien zal krijgen. Is er nog iets?"
"Nietwaar?" grauwde hem de Ambtman toe: "Mijnheer Van Kinschot! verzeker u ook van dezen booswicht. Hij noemt zich Vicaris-Generaal in de Nederlanden...." "Zoo noemde hij zich," hernam de grijsaard: "thans heet hij eenvoudig Pater Ambrosius, gelijk voorheen.
"Ben ik hier in een vergadering van oproermakers?" vroeg de Ambtman, zich met drift tot Aylva wendende, die, onbeweeglijk op zijn zitplaats blijvende, beurtelings hem en Adeelen met een afkeurenden blik beschouwde.
Gij bemint den Ambtman niet, gij koestert alleen achting voor zijn karakter: gij neemt hem, ik moet u openhartig mijn gedachte zeggen, alleen om mij alle hoop voor de toekomst af te snijden, om u zelve te behoeden tegen een genegenheid, die u schuldig voorkomt.
Iedereen op het slot, in het dorp, in het leger, had hem lief. Zingen onze goede Dominee, de oude Geert en Bouke niet om strijd zijn lof? Bemint mijn vader hem niet alsof hij zijn eigen zoon ware? en kan mij iemand ten kwade duiden, dat ik hem met zuster-teerheid bemin?" "Ik weet niet, Freule!" merkte de kamenier met nadruk aan: "of die zusterlijke liefde den Heer Ambtman erg aan zou staan!"
Laat dat meiske dat bij u is, zeggen wat zij wil: mij deert het niet. en UEd. moet er niet boos om worden: of zoo UEd. zuur wil kijken, zie dan mijn vriend den Ambtman zuur aan, hê! hê! hê!" "En waarom moet ik zuur aangezien worden?" vroeg Mom, bevreemd opziende: "ik, die mijn leven voor een vriendelijken lach van dien bevalligen mond zoude geven." "Wel!" zeide Botbergen, "omdat
"Aan den Jonker van Craeihorst," hernam de Ambtman, altijd even bedaard blijvende: "is daar wat op te zeggen? Is zijn geslacht niet edel? is zijn adel niet zuiver?" "Wat geslacht? wat adel?" zeide de Baron: "ja! als dat bewezen ware."
"Gij zijt, dunkt mij, van alles onderricht, en ik zie hoe langer hoe meer in, dat ik best zal doen, u blindelings al mijn zaken te laten besturen." "Met raad en daad sta ik mijn vrienden altijd ten dienste," zeide Eugenio, zich buigende. "Ik erken die goedheid dankbaar," herman de Ambtman: "gij kent dan dien schoonvader?" "Of ik hem ken? ik ben gisteren en heden met hem in conferentie geweest."
"Gij hebt dubbel gelijk, Heer Baron!" antwoordde de Ambtman, met een bevallige buiging: "en hoewel het een het ander niet uitsluit, beken ik, dat ik mij kwalijk heb uitgedrukt, en dat mij in dit oogenblik de naam van uw schoonzoon boven alles dierbaar zou wezen;.... doch ziedaar een geluk, waarop ik niet hopen durf."
Aan den Gouden Ooievaar stapten wij af: vandaar liet de heer Ambtman ons ontbieden; men bracht ons in de woning van een schrijnwerker, welke woning, naar ik zie, al vrij ruim is en toen ontdekte zekere Heer Van Dyk, dat ik niet diegene ben, dien hij te wachten was;.... maar daar zit hij zelf: laat hij het ontkennen, zoo hij goedvindt."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek