Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 oktober 2025


Ik kan u niets vragen of gij zegt, ja! Gij zijt al te goed, mijn lieve vrouw, en ik verwijt mij dikwerf zulk een liefde niet te verdienen." "Beste Alonzo," zeide Adelgonde: "waarom zoudt gij die liefde niet verdienen? Gij zijt immers alles voor mij. Voorkomt gij niet altijd al mijne wenschen?

Alonzo, alzoo voortstappende, verloor zich in gissingen aangaande den persoon, door wien hij op zulk eene schelmachtige wijze was aangevallen. Zou het Van Rodenberg zelf zijn geweest, of slechts een dienaar zijner ongerechtigheid? Hij wist het niet; doch dankte den hemel, die hem nu reeds twee malen zoo duidelijk beschermd en bewaard had.

"Gij meent het zeer goed met mij," zei de jonkvrouw vriendelijk: "Ik dank u recht hartelijk voor uw aangenaam onderwijs," en te gelijk verborg zij den doek, welken zij uit de hand van Alonzo had aangenomen, zonder dat Anne dit bemerkte, weder aan haren boezem, wel overtuigd dat de vurige Alonzo, Maartens lessen evenmin zou behoeven, als zij zelve die van hare kamenier.

Of misschien staat u die lieve blondine daar beter aan?" vervolgde hij, op Adelgonde wijzende, die juist aan de overzijde der zaal, aan den arm van Van Wolkensteijn op en neder wandelde: "Nu, waarachtig, dan zou uwe keus niet slecht te noemen zijn, het is de freule Van Bergen; de kwade tongen betwisten haar wel is waar dien oud-adellijken naam, doch," ging hij voort, terwijl hij ter sluiks een blik wierp op Alonzo, die bij deze laatste woorden zoo bleek als een doode geworden was: "doch wat raakt der liefde naam of geboorte; eene vrouw blijft eene vrouw; het genot van haar bezit blijft hetzelfde.

"Gij zult het straks vernemen," zeide het meisje: "doch volg mij zonder gedruisch;" en Alonzo voorgaande, bracht zij hem in eene benedenverdieping van het kasteel, en verhaalde aldaar aan haar aandachtigen toehoorder, hetgeen wij, om ons verhaal niet vooruit te loopen, eerst later zullen mededeelen. De natuur was heerlijk uit haar doodschen winterslaap ontwaakt.

Aan het einde der laan gekomen, waren zijne gezellen hem omstreeks honderd schreden vooruit, en toen zij links den weg naar 's-Hage insloegen, reed hij in de tegenovergestelde richting, op het bepaalde Steenen kruis aan. De jonge Alonzo, hoewel geenszins bevreesd voor de ophanden zijnde ontmoeting, was echter zonderling te moede. Deze dag zou mogelijk de laatste zijn welken hij beleefd had.

En wat het vermogen van Alonzo betrof, al was hij onterfd, al zouden de goederen van den markgraaf nimmer de zijne worden, de schat in den hemel verworven, was van hooger waarde dan alle schatten der aarde, die de dieven doorgraven en de mot en de roest verteren.

Want meer dan kleinmoedig toch moest het haar voorkomen, dat hij, die haar waarachtig beminde, terugdeinsde voor een medeminnaar, dien hij wist dat hare liefde niet bezat en haar tevens onwaardig was. Dan weder bedacht Alonzo de ware reden zijner handelwijze: Adelgonde was eene dochter uit de heffe des volks, wellicht een kind der schande.

Zou het inderdaad slechts een schoone droom zijn geweest, dacht Alonzo bij zich zelven; zou dat bekoorlijk schepsel slechts een baatzuchtige coquette zijn, die eerst met schijnbare belangstelling mijn waarachtige liefdesontboezemingen aanhoorde, om dat voorwerp, hetwelk haar meer dan zich zelven bemint, te zekerder aan haar triomfwagen te hechten, alleen met het doel om het getal harer aanbidders te vergrooten?

Toen hij bijna een paar uren gereden had, en zijn paard stadwaarts wendde, zag hij in de verte een ruiter aankomen, die insgelijks op Den Haag aanreed. De ruiter, die nu slechts een paar honderd schreden van Alonzo verwijderd was, gaf eensklaps zijn paard de sporen, en verdween ijlings in eene zijlaan.

Woord Van De Dag

tropmann

Anderen Op Zoek