Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Langzaam gleed hij langs de steile helling der gracht naar beneden; wel kraakte het ijs onder zijn lichten tred, doch in weinige vlugge stappen kwam Alonzo behouden aan de overzijde.
Het duurde echter niet lang of de man kwam terug, en den jongen Spinola weinige schreden vooruitgaande, opende hij hem nogmaals eene deur, en nu trad Alonzo eindelijk een ruim en wél verwarmd vertrek binnen, in welks midden twee personen gezeten waren. De graaf Van Bergen bracht den nacht na het door hem gegeven gastmaal hoogst onrustig door.
"Ik ben Alonzo Spinola!" riep hij eenigszins luid, doch steeds bij zich zelven sprekende, en zocht door deze gedachte alle banden te verbreken, die hem nog aan de bijgeloovigheid konden gekluisterd houden. Doch hoor, was dat grinnikend lachen, hetwelk hij na dien laatsten uitroep vernam, ook een spel zijner opgewekte verbeelding? Hadden zijne ooren hem dan ook nú bedrogen?
Tegen dien laatsten voorslag echter, kwam het beter gevoel van Alonzo op, hij had een afschuw van het spel, evenals hij een afkeer van dronkenschap had; en hoewel reeds onwillekeurig de palen der strikste matigheid te buiten gegaan, besloot hij niettemin geen deel te nemen aan een vermaak, waarvan hij maar al te dikwijls de nadeelige gevolgen van nabij gezien had.
Alonzo, wien het goed deed den lof van zijn vaderland te hooren verkondigen, en die de gastvrijheid welke hij genoot, niet met onheuschheid wilde beantwoorden, deed, hoewel zijne ziel met een geheel andere zaak was vervuld, de gravin op haar uitgebrachten toost bescheid, en dronk op den vrede tusschen Holland en Spanje.
De toespraak van Columbus was steeds kort, en eindigde met een' nieuwen eed van trouw door hem en zijne manschappen afgelegd. Later kwam het onder Don Alonzo De Hojeda in gebruik om eene ellenlange toespraak te houden in het bijzijn van de inboorlingen.
Bij deze woorden sloeg hij een veel beteekenenden blik op Alonzo; maar bemerkte dien niet; maar voelde zich toch zonderling verlicht, daar hij den jonker, waarom wist hij zelf niet, als een machtigen medeminnaar had beschouwd, en nu uit zijn eigen mond de ongegrondheid van dit vermoeden vernam.
Al heel spoedig echter werd Columbus tot eene andere dwaling gebracht. Drie der tolken, die aanboord van de »Pinta« waren, herkenden het land zeer goed, en nu zeiden ze tot Martin Alonzo Pinzon, dat achter de kaap, die daar voor hen lag, eene rivier was, en slechts vier dagreizen daarvan verwijderd was het zoogenaamde »Cubanacan«.
"Welnu," zeide Alonzo, zijn wambuis aantrekkende, terwijl hij het lieve kind aandachtig beschouwde, "spreek, wat verlangt gij van mij, of wat hebt gij mij te zeggen?"
"Het zal mij zeer aangenaam zijn," zeide Alonzo eenigszins gramstorig: "dat gij eindelijk ter zake komt. Hebt gij mij nog iets te zeggen?" "Ik heb uw genade nog iets, en echter niets meer te zeggen," hernam de man: "Ik bewonder het vernuft en bezit ook de uitvloeiselen van een Italiaansch vernuft.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek