Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


't Scheen wel alsof Tarsilo niets anders verlangde, want toen hij de prop in zijn mond had, glansden zijn oogen van voldoening. Op een teeken van den alférez begon een guardia gewapend met een rotan, zijn droevige taak. Het lichaam van Tarsilo kromp ineen. Een gesmoord, lang-gerekt gebrul liet zich hooren, ondanks den doek, die hem in den mond zat. Hij boog het hoofd.

En ze sprong naar hem, om hem nog razender te maken. De man werd nu geheel verblind, en brullend wierp hij zich op haar. Doch zij overstriemde hem met wonderlijke vlugheid het gelaat met de zweep en zette het daarna op een loopen. Ze vluchtte in haar kamer, waarvan ze de deur ijlings op slot deed. Loeiend van woede en pijn, vervolgde de alférez haar, en kwam niet verder dan de deur.

De nachtvogel verlaat zijn eenzaam schuil-oord, de holte in den ouden boomstam, en verstoort de weemoed der wouden..." "Nee, niet zingen", riep de vrouw van den alférez, nu in uitstekend Tagaalsch, terwijl ze zenuwachtig opstond. "Zing niet meer! Die woorden doen me pijn!" De krankzinnige zweeg.

"Heeren!" viel Crisóstomo in, ziende dat de alférez bleek werd, "naar aanleiding hiervan zou ik 's willen weten, wat de heeren denken over een plan van me. Ik dacht erover, die krankzinnige vrouw aan de zorgen van een dokter toe te vertrouwen, en dan onderwijl met uw hulp en raad naar haar kinderen te zoeken."

"Wat heb je voor die arme vrouw kunnen doen?" vroeg Maria Clara aan Ibarra. "Niets. Niets. Een dezer dagen was ze uit het dorp verdwenen, en hebben ze haar niet terug kunnen vinden!" antwoordde de jongeman half verlegen. "Ik heb 't bovendien erg druk gehad. Maar maak je maar geen verdriet: de pastoor stelt veel belang in haar!" "Zei de alférez niet dat hij de kinderen zou laten zoeken?"

Op onze feesten is iedereen welkom, en als uzelf gekomen waart zoudt u eveneens plaats aan onze tafel gekregen hebben. "Evenals uw alférez: die was nog twee uur geleden in ons gezelschap." En dit gezegd hebbende, keerde hij hem den rug toe.

Als het licht niet van een olielamp en de ballon niet zoo smerig geweest was, zou de alférez kunnen zien, hoe bleek de pastoor eruit zag. "'t Geldt vandaag in allen ernst 't leven van ons allemaal!" hervatte deze halfluid. "In allen ernst!" herhaalde de alférez verbleekend. "Schiet dat jongemensch goed?..." "Ik spreek niet over hem." "Wat dan?"

"Weet u wellicht, meneer de alcalde, hoeveel tijd de Gouverneur hier denkt te blijven?" vroeg de alférez ongerust. "Met stelligheid niet, Zijne Excellentie houdt van verrassingen." "Daar komen nog meer telegrammen!" Deze waren voor den alcalde, den alférez en den burgemeester en bevatten hetzelfde bericht. De geestelijken merkten goed op, dat geen enkel telegram aan den pastoor gericht was.

"Van welken kerel, mijnheer de pastoor?" riep de alférez uit, terwijl hij door het glas wijn heen, dat hij bezig was uit te drinken, den geestelijke aankeek. "Nou, van wien anders dan van den kerel, die eergisteren middag Padre Dámaso onderweg heeft afgeranseld!" "Heeft-ie Padre Dámaso afgeranseld?!" vroegen er verscheidenen. De coadjutor scheen in zijn schik.

"En wat verder?" vroeg de ander, en stampte op den grond. "Bedaar!" "Nu dan, waartoe dan al die haast?" De pastoor kwam dicht bij hem en vroeg geheimzinnig: "Weet u niets nieuws?" De alférez trok de schouders op. "U bekent dat u volstrekt niets weet." "Wilt u me over Elias spreken, die gisteren nacht door uw hoofdkoster verborgen is?" vroeg hij.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek