Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Het berouwt mij waarlijk, in Holland te zijn gekomen." "Waarom zou het u berouwen? Ik zie niet, wat u beletten kan, hier een ongestoord genoegen te smaken: de aanleidende oorzaak van den twist is in vrijwillige ballingschap gegaan." "Voorzichtig! gij spreekt van Seerp Van Adeelen en ik mag geen kwaad van hem hooren." "Moet hij dan stellig uw echtgenoot worden?

"'t Is waar," zeide Adeelen: "gij bracht zelf den os ter slachtbank en nu de slachter zijn bijl opheft, wilt gij het beest sparen." De Abt van Lidlum, die ondertusschen met zijn buren gefluisterd had, vatte nu het woord.

O neen, mijn voogd! laat mij blijven, en dit gebouw niet eer verlaten, dan om naar Friesland te keeren." "Ik weet," zeide Adeelen, bewogen, "dat uw hart goed is, en dat gij ook om het onheil eens onbekenden zoudt treuren: maar bij den hemel! ik werd liever door u bespot en uitgelachen, dan dat gij mij alleen die tranen schonkt, welke men voor een speelmakker, voor een broeder vergiet.

Adeelen en de beide Ridders groetten elkaar met die gedwongene beleefdheid, welke doorgaans plaats vindt tusschen den verplichte en den verplichter, wanneer zij elkander niet lijden mogen.

"Kom! kom!" zeide de Abt van Bloemkamp, met zijn gewapende vingers op de tafel trommelende: "straks waart gij zoo voortvarend, Adeelen! en nu houdt gij ons met allerlei snorrepijpen op. Wat bruit ons die Hollander? Laat hij bij zijn makker hangen. En hoe is het? 't Is of ik Eise Makkinga nog buiten hoor met zijn krijgsvolk. Is dat schip nog niet in brand gestoken?"

"Gij zijt bij God de eenige ronde kerel, dien ik hier ontmoet heb," zeide Adeelen, naar hem toegaande en hem de hand toestekende, die Treslong al lachende schudde; de overige edellieden, over de uitdrukking van den Fries gebelgd, zagen bleek of rood van gramschap en meer dan een sloeg de hand aan zijn dolk.

"Erg genoeg!" zeide vader Syard: "Adeelen heeft geen aansporing noodig om een dol stuk te begaan: en zoo er oorlog komt, moet de aanleiding daarvan niet van zijne zijde komen, maar geheel Friesland opstaan als een enkel man."

"Gij zijt onbillijk, Adeelen!" zeide Madzy, terwijl de tranen in haar lieve oogen blonken: "denkt gij, dat ik het gevaar, 't welk den vriend mijner kindsheid, mijn speelmakker, mijn broeder boven het hoofd hangt, met een onverschillig oog aanzie? Gelooft gij, dat ik zelve gestemd ben, dat gehate feest bij te wonen!

En toen kwam er een ander, en vertelde dat vader Syard aan Seerp Van Adeelen gezegd had, dat de Hollandsche vloot dezen morgen af zou varen en dat er gewapend volk in dien bierhaalder school: en toen werd het volk zoo giftig, dat het aan 't plunderen en aan 't hangen ging." "Hangen! wie hing men?"

"Gij hebt gelijk," antwoordde Adeelen: "en ik verlang ook geenszins, dat er om mij te gelieven eenig boer of burger tot spijs der raven verstrekke; doch het zijn voornamelijk de poorters van Haarlem, die mij beleedigd hebben; en hun stad moet voor hen instaan.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek