United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze daad van Adeelen, of liever de beweging, waarmede hij die volbracht had, was niet zonder getuigen gebleven.

Zoo ontstond ook bij de vergadering, die na de taal van Aylva bedaard gebleven was, een driftig en ongedurig gewoel en gemompel, toen Adeelen zijne rede geëindigd had. Verschillend echter waren die bewegingen, naarmate de meeningen en bedoelingen verschillend waren; maar zij waren daarom niet minder bij allen te bespeuren.

Reinout keerde zich met een half verwonderden, half toornigen blik naar den spreker: "Er is geen Reinout van Verona meer," zeide hij: "dus is de ban uws Graven nietig: en wat Deodaat betreft, die is zoo levend als ik: gisteren althans genoot hij nog een goede gezondheid." "En al ware die lage vrouwenverleider door uw toedoen naar de hel verhuisd," zeide Adeelen: "welk kwaad had daarin gestoken?

Seerp Van Adeelen is ongemakkelijk als hij begint, en hadt gij, broeder Syard, met hem indertijd niet gesproken, gelijk of ik zelf het gedaan had, de zaken waren zoo gemakkelijk niet afgeloopen voor onzen Lidlumschen broeder."

"En met welk recht," vroeg Adeelen: "durft gij, die u sedert een blauwmaandag onzen landgenoot noemt, u tegen mijn wil en dien van Frieslands overheden verzetten?" "Bloos, bloos Adeelen!" riep Reinout: "ziet gij hem aan en schaamt gij u niet? Lag zonder hem uw lijk niet te rotten op het Haarlemmer kerkhof?

"Het betaamt mij niet, uwe bedoelingen te beoordeelen," zeide Adeelen: "wat mij betreft, ik weet wat mijn lastgevers van mij verwachten; maar hoe dit ook zij, ik vertrouw, gij zult nimmer van mij vergen, dat ik het ontzag, aan Afgevaardigden verschuldigd, in mijn persoon zal laten hoonen: en dat een ernstig vertoog, door ons drieën bij den Graaf ingeleverd, mij recht zal verschaffen van de schelmen, die mij zoo onbeschaamd hebben aangerand."

Van de zijde des Graven hielden buiten hem niemand het veld meer dan de Baanrots van Ligny, Gwy van Asperen, Floris van Montfoort en de beide Italianen; terwijl aan de andere zijde de Grootmeester Dusmer, Adeelen en een andere Ridder gereed stonden den kamp te hervatten.

"Graaf!" riep Aylva verontwaardigd uit: "gij zoudt....." "Laat hem," zeide Adeelen, hem in de rede vallende: "zij is niet beter waardig dan een pluimstrijkster des dwingelands te huwen."

Toen zij de zijdeur intraden, welke de donkere trap opende, die naar boven leidde, bemerkte Reinout, dat iemand hem vrij onzacht tegen het lijf aan liep, en te gelijk voelde hij dat hem een dolk werd toegestoken, dien hij schielijk in zijn kleed, verborg. Een haastige wending met het hoofd deed hem Seerp Van Adeelen herkennen, die zich van hem verwijderde.

"Een gevloekte leugen!" viel Adeelen met heftigheid in. "O! dat hebt gij niet gezegd, Ridder Reinout!" zeide Oda: "welke Jonkvrouw zou komen op het verlangen van iemand, die dames uit den weg zet, of het vouwstoelen waren." "Indien men," zeide Adeelen, "hier ten hove slechts genoodigd is om tot een doelwit van bespotting te strekken...."