Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Hij heeft mij uit de handen van het grauw verlost, dat mij te lijf wilde. Men bereidt hier een slecht onthaal aan hen, die uwe stad bezoeken komen." "Wanneer zij vermomd en met slechte inzichten komen, bereidt men hun het onthaal, aan verraders bestemd," zeide Adeelen, op een strengen toon. "Wat komt gij hier zoeken?"

"Dat mij de donder sla!" riep Adeelen, "zoo ik morgen het slijk, dat mijne wapenen bezoedeld heeft, niet afwassche met het bloed van mijn wederpartij; maar zeg mij, Pater! wat is u die Ridder van den Rooden Arend komen verhalen? Bij Sint-Nikolaas! hij heeft zich geweerd als de vogel dien hij voert, en wij hebben in hem een wakkeren bondgenoot."

De Abt toch was nog buiten adem van zijn gedwongen rit naar Haarlem en niet in staat geweest een woord uit te brengen: Adeelen was te zeer vervuld met denkbeelden van spijt en wraak, om acht te geven op zijn ros en liet de teugels achteloos hangen: Aylva huiverde op de gedachte eener ontmoeting met Madzy en zat op middelen te peinzen om haar aan 's Graven dwang te onttrekken.

"Ik lach met uw rechtsdag en rechtsgebied," zeide Adeelen: "mijn persoon is heilig en onschendbaar: en wat dezen knaap betreft, alle beleediging hem aangedaan, beschouw ik als tegen mij gericht." De twee Ridders hadden zich inmiddels te zamen beraden.

"Hoe is het bloodaards!" riep Adeelen: "deinst gij? laat mij met hem begaan: mij de eere, den laatsten man der bende te vellen." Met deze woorden drong hij door de schaar heen, en den vreemden krijger onvoorziens naderende, bracht hij hem een geweldigen slag op het hoofd toe. "Neem dat," zeide hij: "en ga in de hel vertellen dat Seerp van Adeelen er u heenzond."

"Gij ziet," fluisterde Deodaat Reinout in, "met welk een zorg zij hun harem wenschen te bewaren." Reinout antwoordde niets; doch, zich op de lippen bijtende, zag hij Adeelen met een verstoorden blik aan. De dienaars nu, op een viertal na, weggezonden hebbende, begaf de geheele stoet zich op weg.

Hier zweeg hij, eenigszins verward, terwijl Aylva hem opmerkzaam aanzag. "Ik heb nooit beter drank geproefd," zeide de Abt, de drinkschaal met welgevallen ledigende. "'t Smaakt wel!" zeide Adeelen: "doch ik voor mij zou een teug swietendrank blijven verkiezen."

De Graaf echter, die reeds daags te voren de onbuigzaamheid van Adeelen had leeren kennen, nam zijn woorden thans minder euvel op dan men verwachtte: "Wij danken u, Heer van Adeelen!" zeide hij, "dat gij zoo onbewimpeld spreekt; want uit uwe redenen kunnen wij opmaken, hoe weinig zich de Friezen in het algemeen aan hunnen Heer laten gelegen liggen.

Vraag het intusschen eens aan Seerp Van Adeelen, en gij zult zien welk antwoord hij u geven zal, indien hij zich slechts niet te verre boven u verheven acht om u te antwoorden; want hij beschouwt zich, geloof ik, van hooger adel dan onzen Graaf.

"Schaam u! terug!" riepen als uit éénen mond de omstanders; terwijl zij Adeelen wederom achteruithaalden. De Fries trad gedwongen terug en ontmoette Reinout. "Door welke helsche kunstgrepen," zeide hij, "hebt gij Madzy van huis weten te lokken?"

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek