Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 mei 2025


Abraham had hem geholpen, en kleine Marius had gezegd, dat hij 't begreep. Hij had werkelijk van een en ander een beetje begrip gekregen. Maar hij wist wel bijna zeker, dat hij, als hij voor 't bord stond, niet zou weten wat 1/2

Zooals men uit de gewijde verhalen weet, had de Aartsvader Abraham bij zijne dienstmaagd Hagar een' zoon, Ismaël geheeten, van wien God tot de Moeder zeide: »Hij zal een woudezel van een mensch zijn; zijne hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hemEn tot Abraham sprak dezelfde stem van dezen zoon: »Twaalf Vorsten zal hij gewinnen, en ik zal hem tot een groot volk stellen

Lang daarna deed de professor de deur open en riep hem aan tafel. Mevrouw Wenche had nog altijd niet heelemaal gehoord wat er gebeurd was; maar te oordeelen naar wat ze te weten kwam, moest ze toegeven, dat Abraham zich hoogst ongepast gedragen had. Maar toch verwonderde ze er zich over, dat die kleinigheid want eigenlijk was het toch zoo erg niet haar zoo door en door kon ontstemmen.

Maar hij kan 't immers niet weten en als jij dan niet meer zorg voor me hebt." "Nu, laat ons dan liever de menschen afzeggen." ", Abraham, wat ben je onverdragelijk als je zooiets zegt wat je toch niet meent" "Ja, maar als je nu werkelijk zoo onwel ben..." "Als geloof je me soms niet?" "Ja natuurlijk Clara! maar 't is ook een drommelsch werk om in die omstandigheden gasten te ontvangen."

't Is een moeilijke tijd de leeftijd van Abraham en Marius van veertien tot vijftien jaar. De oogen open, een vraagzucht even onverzadelijk als de jongenseetlust, die erger jeukt dan de mazelen; een ontwakend vermogen en de lust om alles te begrijpen; een brandende begeerte om de wereld te veroveren èn dat wat achter de wereld en wat daar weer achter ligt......

Nu moet je niet boos wezen en niet denken, dat ik me met iets bemoei, wat me niet aangaat; mijn leven is zoo geweest, dat 't me is alsof alle weerlooze vrouwen mij aangaan. Goeden nacht!" Abraham liep door in de richting van de stad, en dacht intusschen aan zijn moeder. Er was altijd iets in Mevrouw Gottwald, dat hem aan haar herinnerde.

Toen nam ze Abraham bij zich en sprak ernstig met hem op een avond, dat de professor in de club was. Ze legde hem uit, zoo duidelijk en openhartig als zij kon, wat ze van dit dominé's verzinsel: het aannemen, dacht.

Aan dat spelletje werd plotseling en met geweld een eind gemaakt, toen de gymnasiasten naar buiten stormden; de kleintjes werden op zij gegooid en verdwenen achter deuren en langs de trappen, terwijl de bevrijde Marius bij de gymnasiasten werd binnen gebracht. Maar nauwelijks hadden deze hun poorten gesloten of de gang was weer propvol van jubelende stinkers. "Wraak!" riep Abraham.

"Daar komt Moeder aan," zei Abraham; hij hoorde de deur van de kamer van zijn ouders, van de zijne gescheiden door een smalle gang die naar de keuken liep. Mevrouw Lövdahl kwam binnen met een schaal appelen en noten. "Goedenavond lieve Marius, hoe maakt je moeder het?" "Heel goed, dank u!" antwoordde hij en stond wat verlegen op. "Alstjeblieft jongens, neem hier eens wat van!

Toen zei hij eindelijk: "Wij hebben nu de zaak overwogen; wij je ouders en de school; en we zijn tot het besluit gekomen, dat we zullen probeeren je hier te houden en misschien nog eens een goed en bruikbaar mensch van je te maken." Abraham wierp zich in de armen van zijn vader en schreide luid. Ze hadden hem eindelijk buiten zich zelf van angst gemaakt.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek