Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 oktober 2025


Faust zoekt op dien weg te komen; maar hoe? Wij vinden hem aan het keizerlijk hof genoodigd wegens den roem zijner geleerdheid. Het keizerlijk aanzoek heeft hij opgevolgd in de hoop aldaar gelegenheid te vinden tot heilzame daden. Maar het is niet in deze omgeving dat hij slagen zal.

Pitjalling, als ik mij niet bedrieg, in het Maleisch een vaartuig. Alvorens deze aanmerkingen te sluiten, wil ik den lezer nog verwittigen, dat de Heer Van Lennep alleen op mijn aanzoek de Samenspraak heeft opgesteld.

Ik behoef u niet te beschrijven, Leo, met welk een blik van afkeuring." "Miss Francis!" sprak hij, "als Sir John mijn raad had ingeroepen, zou men u van dit aanzoek ter kwader ure hebben verschoond en u eene onvoorzichtigheid bespaard hebben.

Ik geef u volstrekt geen hoop dat, als gij over een jaar of zoo uw aanzoek hernieuwt, mijn antwoord anders zal zijn dan nu. Ik geloof niet dat daarvoor de minste waarschijnlijkheid is. Ook moet gij wel weten, dat ge er mijn vader niets van moogt zeggen, of mij op eenigerlei wijze lastig vallen. Stemt gij daarin toe?" "Ja," was zijn antwoord. "Ik stem toe.

Doch ik zoude u onëdelmoedig behandelen, indien ik u reden gaf om te denken, dat ik in u iets anders dan eenen Vriend beminde. Het zal my, in dat karakter, hoogst aangenaam zyn u weêrom te zien; want ik ben met byzondere hoogachting, Myn Heer, zeer geachte en beminde Voogd! Myn pligt eischt, dat ik u het volgende melde. De Heer Hendrik Edeling heeft by my aanzoek gedaan.

Al haar pogingen, haar dreigende, zoowel als haar vleiende, al haar woorden, zoenen, omhelzingen, knievallen zelfs, hadden niet gebaat, om Max naar haar Pa te bewegen, en nu trachtte zij zichzelve voldoening te geven, door luid aan iedereen te vertellen, dat Max haar een aanzoek had gedaan, en zich zoo'n beetje, als zijn verloofde voor te doen.

Deze betrekking gaf mij dan ook tevens eenigen waarborg om met meer vrijmoedigheid aanzoek te kunnen doen naar de hand van een meisje, hetwelk ik niet zoude ten huwelijk durven vragen, zonder het vooruitzicht te hebben, van haar eerlang een maatschappelijke positie te verschaffen, geëvenredigd aan die, waaraan zij gewoon was.

Zij begint hem met verwijten te overladen dat hij haar zo beledigt en de gastvrijheid zo misbruikt en wijst verontwaardigd zijn aanzoek af. Maar dan voegt zij er bij dat zij eigelik al lang de taal zijner ogen en zijn zuchten verstaan heeft en dat zij gelezen had wat hij in de wijn geschreven had die er op tafel gemorst was; zij was heus bang geweest dat haar man iets gemerkt zou hebben.

Zij nam zijn aanzoek aan en trouwde met hem. Maar na dien tijd bouwde zij niet meer aan haar paleizen, zij streed niet meer tegen de armoede, zij wilde niet meer koningin van Diamante zijn. Zoudt gij het willen gelooven? Zij vertoonde zich nooit meer op straat, maar leefde binnenshuis als een Siciliaansche.

"Spreek, mijnheer, ik luister." "Mijnheer, ik heb de eer de hand van miss Watkins, uw dochter, te vragen." "De hand mijner Alice?...." "Ja, mijnheer. Mijn aanzoek schijnt u te verrassen. Is het niet? Toch moet gij mij ten goede houden, dat ik niet recht begrijp, waardoor dat aanzoek u zoo buitengewoon voorkomt. Ik ben zes en twintig jaren oud. Ik heet Cyprianus Méré.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek