Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Van Limburg Brouwer gaf in 1831: "Charicles en Euphorion," in 1838: "Diofanes." Stellen wij dus de te veel vergeten De Neufville naast onzen Van Lennep, dan mogen wij aan beiden de eer geven den historischen roman in Nederland te hebben begonnen. De historische romans van Van Lennep hebben eene blijvende waarde, die zoowel uit hunne kracht, als uit hunne zwakheid spruit zeide ik.
Wij bemerken onmiddellijk uit het gebied der polders met dijkdorpen op dat der vastere gronden te zijn gekomen en vertoeven hier in een oude nederzetting, zooals de tufsteenbouw van het oudste gedeelte der kerk reeds aantoont. Deze kerk is in haar tegenwoordige gedaante gesticht in 1838; zij staat op een open plein, met olmen en kastanjes beplant, en is rondom door huizen omringd.
In 1838 bedroeg het totaalcijfer der bevolking ruim drie-honderd-vijftigduizend; de verhouding tusschen de Slaven en de Italianen was toen van driehonderd-veertigduizend tot zestienduizend, bijna allen kustbewoners. In 1844 werd de bevolking op vierhonderd-drieduizend zielen geschat; de laatste opgaven geven een cijfer aan van ruim vierhonderd-vijftigduizend.
De Groninger Kijk-in-'t Jatstraat schijnt aldus genoemd naar het hoekhuis, prijkend met een zonderlingen kop, waaronder de woorden: "ick kick nog int", dat moet worden aangevuld door: "in 't jat", d.i. ik kan nog in de straat zien; zie Groninger Volksalman. 1838, bl. 134.
Ho ja, dit is de gang der wereld: de slangen wonen in aanzienlijker getal aan de voet der reuzeneiken. Laat ze begaan, Gustaf, uw naam zal ondanks dit gif met die van Rubens en van Van Dijck leven; en indien er één blad van mijn boek tot de nakomelingen moet overgaan zal het gewis dit zijn waarop uw naam geprent staat. Antwerpen, de 18 December 1838 Hendrik Conscience Voorwoord
"Nu of nooit," dacht ook Gerrit in den jare 1838, op dien gedenkwaardigen na-den-eten, daar Klaartje bij den schoorsteen stond en een geborduurd haardscherm bekeek. Hij naderde haar met zoo veel vrijmoedigheid als hij verzamelen kon. "Uw Buiten, juffrouw Donze, ligt, meen ik, aan den straatweg tusschen ..."
Ik zeg u, het zal dooien! In den lieven lentewind zal het triomflied der vrijheid weerklinken; en de schoone dochter der natuur zal haren kerker uitbreken, en opnieuw schitteren voor het aangezicht der zonne! En laat ons nu nog eens stoken. Buiten, 9 Jan. 1838. Begraven. Mijne vrienden! men zal ons allen begraven.
Een brief van 1838 van Conscience aan Snellaert begint: "Terwyl ik aen uw dienstwilligheid, en aen de schoone toekomst onzer altyd groeiende letterkunde dacht,.." en in een kunstkritiek die hij een jaar vroeger voor een Antwerpsch nieuwsblad schreef, verontschuldigt hij zich over zijn groote toegevendheid voor jonge schilders, en dat hij over hen zooveel heeft gesproken als over oudere en meer verdienstelijke.
Ik herinner mij nog ik was toen elf jaar dat op een Zondag Walodjenka M. bij ons kwam en ons als laatste nieuws een ontdekking, gedaan op het gymnasium, openbaarde, n.l. dat er geen God bestond en dat alles wat men ons daaromtrent leeraarde verzinsel was. Dit gebeurde in 1838.
Het was voor diegenen, die zich aan de bestudeering van de teksten wijdden, noodig correcte copieën te hebben en welverzorgde afdrukken van al die figuren. In 1838 werd luitenant Postans door het bestuur van Bombay naar Junagadh gezonden, om de opschriften te copiëeren en Burgess kwam in 1869 afdrukken maken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek