Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
De vrouwen namelijk maken zich, zoo vaak zij het huis verlaten, het gezicht zwart met een kleverig vernis, dat men op het oog voor vlierstroop zou houden en maken zich daardoor opzettelijk zoo leelijk, dat men haar eer voor apen, dan voor menschen aanzien zou. Dit walgelijk gebruik is in Opper-Azië zeer oud en zie hier, wat er de oorsprong van moet zijn.
En Kin-Fo, die waardige zoon van het Hemelsche Rijk, »die slechts één wensch koesterde, nl. honderd jaar oud te worden," die dus in lengte van levensduur wilde wedijveren met den beroemden olifant, wiens twintigste lustrum juist in het Stallenpaleis te Peking gevierd was, Kin-Fo werd weldra de held van den dag. »Welnu, hoe is het; wordt mijnheer Kin-Fo al ouder?" »Hoe vaart hij?"
Mijnheer du Bessy had het ook bijtijden over de liefde en, al merkte hij het niet, hier trof hij bij zijn nichtje een dankbaarder gehoor en een vluggere aandacht. Hij zei dikwijls: De liefde, beste Fran, is sterker dan de jeugd. Zij is de dwingeland van de jeugd en, let wel op! zij maakt een oud man tot een jongeling. Zou zij u tot een jongeling kunnen maken? vroeg nuchter en lichtelijk Francine.
Toen Leeghwater zijn Meerboek schreef, was hij zes en zestig jaren oud: hoe lang hij hierna nog leefde is mij niet gebleken; maar in 1649 was hij nog in leven, blijkens de laatste bladzijde van zijne kleine Kronijk. Hij was echter reeds in den jare 1654 overleden, want op den titel der uitgave van dat jaar staat: in zijn leven Ingenieur en Molenmaker in de Rijp .
"Nee; dat is er niet.... Ik moet altijd afwisseling hebben!" "Maar wat zul-je dan bang zijn voor oud worden!" Hij haalde de schouders op. "Wie is daar nu niet bang voor?" "Ik niet. Ik vind 't natuurlijk. En ik geloof ook, dat er dingen zijn, die meer waarde voor je krijgen, naarmate je zelf beter wordt. En daarvoor moet je lang leven."
Denkt, ik ben oud nu, en ik sleet mijn jeugd In woesten krijg, terwijl gij zorgloos sliept; Denkt aan al 't bloed, dat ik voor Rome stortte, Aan meen'ge winternacht, die ik doorwaakte, Aan deze bitt're tranen, die gij nu De rimpels van mijn wangen vullen ziet, En schenkt mijn zoons, veroordeeld thans, genade; Hun hart is niet zoo slecht, als 't wordt gewaand.
Torteltak was heel wel in zijn schik met deze vriendenaanwinst; want Mijnheer beviel hem wel, en de dames schenen zoo wat tusschen de achttien en vijfentwintig jaren oud te wezen.
"Dat dacht ik al; de jongens hier in de stad geven zich meer moeite om een paar brokken oud ijzer op te snorren, om die aan den smid voor den smeltoven te verkoopen, dan zij zouden overhebben voor geregeld werk, dat hun tweemaal zooveel opbracht. Maar dat is nu eenmaal de menschelijke natuur. Gauw maar, gauw maar!" De jongens vroegen, waar die spoed voor diende.
Als gij een neger vraagt wat hij begeert, zal hij u antwoorden: "eene betrekking"; terwijl het hem verder tamelijk onverschillig is of ge hem rechter dan wel cipier maakt. Eenige weken geleden ontmoette ik te Philadelphia een kleurling, Henry Griffin genaamd, vijf-en-dertig jaren oud en portier van zijn beroep. Dit scheen hem niet langer te bevallen; hij wilde hooger op.
Daar traden eerst de bekenden binnen, en toen twee mannen al oud, grijs was hun baard, en klein beide en allen, jong en oud, zetten zich. En zacht begon, na een stilte, te stijgen een stem, zooals een peil, een goudene. Zooals men 's zomers zien kan eenen vogel. "Genoten, vrienden, echte kameraden van ons en mijn hart. Ik groet broederschap tusschen u en mij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek