Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Maar daar komt Vader, en ons volk aan, houd myn zy. DANDYN, LEANDER, VOLKERT, WOUTER en ORATYN. als Advokaten gekleed. DANDYN. Wat zyt gy voor een volk? LEANDER. ’t Zyn d’Advocaten. DANDYN. tegen Volkert. Gy? VOLKERT. ’k Kom om hun zwak verstand met voorgaan op te wekken. DANDYN. tegen Leander. Goed, goed. En gy? LEANDER. ’k Zal voor vergadering verstrekken. DANDYN. Begin dan maar.

Maar nu was die interessante wees zyn vrouw, háár vermogen was het zyne, hy vond er dus iets koopmansachtigs in, iets derogeerends, in haar naam te vragen: "zyt ge my niet nog iets schuldig?" En toch kon hy dien millioenendroom niet van zich schudden, al ware het dan ook slechts om een verontschuldiging by de hand te hebben, by het dikwyls voorkomend zelfverwyt dat hy te veel geld uitgaf.

Dat ge zoo verdienstelyk waart? Zoo-even vertelde ik reeds een-en-ander ... Zoo heet ik. Ja zoo heet ge, en dat zyt ge! Nu, ik deelde iets over uwe nederigheid aan m'n lezers mee. We zullen haar echter niet ontzien.

Ik bid u alleen te bedenken; dat, indien gy my eens in vertrouwen kunt zeggen, dat de Heer Edeling uwe liefde, zo wel als uwe achting gewonnen heeft, ik u een der beste oogenblikken van myn leven zal verschuldigt zyn. Gaat gy uit, hartje, om dat gy zo in order gekleet zyt? Ik. Dit was myn oogmerk: de Heer R. zal my op 't Concert brengen. Juffrouw Buigzaam. Zo! Ik.

Hy zocht ... Genoeg, myn goede Stern! Ik, Multatuli, neem de pen op. Ge zyt niet geroepen Havelaars levensgeschiedenis te schryven. Ik heb u in 't leven geroepen ... ik liet u komen van Hamburg ... ik leerde u redelyk goed hollandsch schryven, in zeer korten tyd ... ik liet u Louise Rosemeyer kussen, die in suiker doet ... het is genoeg, Stern, ge kunt gaan! Die Sjaalman en zyn vrouw ...

Onderneemt gy zulks, dan kan Hendrik u voor den Rechter roepen, en zyt verzekert, dat hy daar de vryheid zal krygen, om haar te trouwen. Ken ik echter myn weldenkenden Broeder, ken ik den eerbied en de liefde, die hy voor zynen braven Vader heeft; dan zal hy tot dit heftig middel zyn toevlugt niet, dan daar toe gedrongen, nemen.

Maar ’k ben geoccupeert, ’k wil niemand heden spreeken. JERONIMO. Myn Heer, ei, wilt... DANDYN. ’k Zeg noch, wilt my de kop niet breeken. Hoe Heer, zyt gy’t? ja toch, ik zal u hooren. Maar Wiens Dochter is dat? wel, waar loopt die schoonheid daar? JERONIMO. Zy is myn Dochter, Heer. DANDYN. Ras, doet haar wederkeeren. IZABEL. Gy zyt belet. DANDYN. Hoe ik! o neen, wat’s u begeeren?

By Tante kan ik niet blyven, zo ik my niet tot huichlary wil verlagen, eene ondeugd, die allerafschuwlykst voor my is; en waar aan ik my zeker nooit zal te buitengaan. Ik beveel my in uwe gunst. Ik zal my in allen opzichte altoos zo pogen te gedragen, dat gy voldaan zyt, maar by Tante kan ik niet blyven: Laat my toe, dit nogmaal te zeggen.

Te gelyker tyd schreef ik den volgenden brief aan de heeren PASSELAIGE, vader en zoon: "MYNE HEEREN! Ik heb van den heer LOLKENS, Bestuurder der Plantagie Fauconberg, vernomen, dat gylieden daar van tans eigenaars zyt.

O vrede! ô kalmte der ziel, waar zyt gy zedert deeze drie laatste jaren geweest? ô myne Naatje, kan ik met nimmer wankelende treden den weg der pligten altoos bewandelen; daar men mynen weg zoo hart, zo doornig, zo ruw maakt? Nu 't is ook uit: myn gerekt geduld is ten einde; ik zal my dus niet langer laten plagen. Neen! vast niet.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek