Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


Naarmate de groote dag naderde scheen al wat er van den dwingeland in hem was, naar boven te komen, en 't was alsof hij er een wreed behagen in schepte, de scholieren voor de geringste tekortkomingen te straffen. Het gevolg daarvan was, dat de kleineren onder zijne leerlingen overdag zwoegden onder angst en smart en bij nacht zonnen op wraak.

Hoe verder zij kwamen hoe meer stootwagens, karren en rijtuigen zij zagen. Mannen en vrouwen zwoegden onder vreemd gepak; kinderen schreiden, er werd geroepen en gekeven. Aan den Dam, voor het station, stond een trein met roode kruisen beschilderd. De karavaan toog maar traagjes voort naar Merxem. Zij moesten uitwijken voor een kruiwagen en een bakkerskar, stonden plots buiten het gedrang.

En hij kon niet laten in de handen te klappen. Maar deze toejuiching was nutteloos; zij bereikte het oor van geen der beide strijders, die met elkander worstelend en wederzijds verdoofd, beiden hijgden en zwoegden. Er ontstond een pauze. Montparnasse hield op zich te verweren, en Gavroche vroeg bij zich zelven: "Is hij dood?" De oude man had geen woord gezegd, geen kreet geslaakt.

Twee mannen zwommen voor de paarden, vijf anderen rondom het vlot; de beesten zwoegden en snoven te midden van den stroom; de toeschouwers op den oever hielden den adem in. Ik volgde met angstige blikken mijne bagage, aan het broze vaartuig toevertrouwd.

De arme beesten zwoegden, hun droge, roze tong flapperde scheef uit hun wijd-open bek; zij jankten even scherp en keerden fluks den kop om, met menschelijke wanhoops-oogen, alsof zij schreiden: "Ach, meester, slaat ons niet; gij ziet toch wel, dat wij doen wat we kunnen om u en uw gezin te redden!"

De grondeigenaar was op zijn morgenwandeling, maar daar het werkvolk juist op de hoeve was tusschen acht en negen, beval Mevrouw Gustava een paar knechts den steen los te graven. Zij kwamen met spaden en hefboomen, groeven en zwoegden en eindelijk kregen zij den steen des aanstoots weg van zijn plaats. Zij droegen hem naar den tuin, zes man hadden er genoeg werk aan.

Daar zat een man in Londen, ver van ons, en terwijl wij iederen dag zoo zwoegden, en terwijl wij iederen dag aankeken elkaar over het groen geolied staal, en terwijl wij in elkaars oogen zochten vriendschap, terwijl de vlammen van ons zijn met de vlammen der stalen machine schiepen het goud voor den bourgeois en wij maar niet konden vinden den algemeenen weg, den weg voor allen, om tot kracht te komen zat die man en zocht de wetenschap voor ons.... En in 't verbond van wetenschap en arbeid vond hij het, de magneet, die ons aan elkaar voor goed kon trekken: 't gansche proletariaat.

Waarom een droomerig, arcadisch landschap uitgeschilderd, terwijl er in dat landschap mannen zwoegden, dag aan dag, van den ochtend tot den avond, hun gansche leven lang, in afbeulende verstomping, voor een ellendig stuk brood!

Soms renden wij, zoo hard wij loopen konden, van de hoogte af naar omlaag, de plank over en dan weer tegen den tegenoverliggenden heuvel op, zoodat wij zwoegden van inspanning. Wij vermaakten ons kostelijk en waren weldra zoowel den baron als zijn boschwachter vergeten. Kwaad deden wij niet, althans in het eerst niet, maar dat zou veranderen. Bob kon nooit ergens afblijven, en zoo ook nu niet.

Zelfs de kleine meisjes, wichtjes van een jaar of vijf, zes, die met een nog kleiner wicht op den rug zwoegden, moesten er om lachen. Zoo zeldzaam zijn nog, daar waar de groote weg ophoudt, de aanrakingen geweest tusschen Hollanders en Bataks.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek