Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Fangs!" riep hij met alle geweld een ruigharigen wolfachtigen hond toe, een soort van kreupele basterd, half bul- half windhond, die rondliep alsof hij zijn meester bijstaan wilde, om de weêrspannige varkens bijeen te verzamelen; maar welke inderdaad, hetzij dat hij de teekens van den zwijnenhoeder verkeerdelijk begreep, hetzij uit onkunde, of uit moedwillige boosaardigheid, ze slechts van den éénen kant naar den anderen dreef, en het kwaad verergerde, dat hij had moeten verhelpen.
"Ik heb gezegd, dat het een brave jongeling was!" riep Izaäk, verrukt van blijdschap. "Een beker wijn zal u geen kwaad doen," voegde hij er bij, den zwijnenhoeder een beker inschenkende en overhandigende, gevuld met kostelijker wijn, dan hij ooit te voren geproefd had. "En hoeveel geld hebt gij medegebracht?"
"Ik ben rijker," zeide Gurth, ze in den zak stekende, "dan ooit eenig zwijnenhoeder of lijfeigene, vóór mij." "Breng deze goudbeurs naar Ashby," vervolgde zijn meester, "zoek Izaäk den Jood van York op, en laat hij zich daaruit betalen voor het paard en de wapens, die hij mij door zijn krediet verschaft heeft." "Neen, bij St. Dunstan!" hernam Gurth, "dat doe ik niet."
Ook wordt hem de twijfelachtige eer toegekend van een der beste zwijnenhoeders van het land te zijn. In een der Triaden wordt beschreven hoe Drystan den zwijnenhoeder van koning March ab Meirchion met een brief naar koningin Essylt zendt.
Hier zijn zoo vele, ik wil niet zeggen zwervende dieven, maar zwervende ridders en knapen, zwervende monniken en minnezangers, zwervende goochelaars en potsenmakers, dat een mensch met een enkele mark op zak, in gevaar zou zijn, hoeveel meer dus een arme zwijnenhoeder met een geheele beurs vol zechinen; was ik maar eerst uit de schaduw van die verwenschte struiken, dan kon ik tenminste de volgelingen van St.
"Ik draal niet," antwoordde de pelgrim, toegevende aan de dringende beden van zijn makker; "maar ik moet middelen vinden, om deze plaats te verlaten volg mij." Hij ging vooruit naar de naaste cel, die, zooals de lezer weet, door Gurth den zwijnenhoeder bezet was. "Sta op, Gurth," riep de pelgrim, "open de achterpoort, en laat den Jood en mij er uit!"
"Die ongeloovige hond," antwoordde Anwold, "ligt in de cel naast uwe heiligheid. Bij St. Dunstan! wat moet ze schoongemaakt en gezuiverd worden, eer ze weder goed genoeg voor een Christenmensch is!" "En waar slaapt Gurth, de zwijnenhoeder?" zeide hij.
Terwijl de bedienden zich haastten zijne bevelen ten uitvoer te brengen, ontwaarde hij Gurth, den zwijnenhoeder, die zoo even met zijn makker Wamba de zaal was binnen getreden. "Laat die trage kerels hier komen!" riep de Sakser ongeduldig, en toen de schuldigen voor den daïs kwamen, duwde hij hun toe: "Hoe komt het, schelmen, dat gij zoo lang daar buiten rond geslenterd hebt?
«Zij is zeker door mij uitgetrokken,» zei de zwijnenhoeder, «en al lang tot asch vergaan, maar ik wist niet beter!» «Wist ge niet beter? O, welk een diepte van onkunde!» En deze woorden kon de zwijnenhoeder in zijn zak steken; hem en geen ander golden zij. Geen blad was er meer te vinden, het eenige lag in de doodkist der overledene, en daarvan wist niemand iets.
"Front-de-Boeuf is sedert zijn laatsten val nog niet weder bij goede luim," zei De Bracy tot den Tempelier: "hij schrikt bij het bloote denkbeeld van eene uitdaging, al komt die ook maar van een nar en een zwijnenhoeder." "Bij St. Michiel!" antwoordde Front-de-Boeuf; "ik wilde, De Bracy, dat gij het avontuur geheel alleen moest doorstaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek