Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 oktober 2025
"Drink-'s, vader!" , riep angstig Rebecca. Driftig weerde hij 'r af, richtte pijnlijk-grijpend zich op. De deken glee en bij het reutelend hijgen, dat den kop ver-paarste, de aêren zwart-striemend deed zwellen, kwam de heup met 'r bloedende wonden en gaten bloot. De lappen grijsklamme pap, vervuild en doortrokken van strooperig bloed, zakten het been langs tot over de knie.
In het hoog opschietende gras verschuilt zich de Jagoear en overmeestert met vasten sprong menig Paard, menig veulen. Weldra zwellen de stroomen en dezelfde dieren, die gedurende een deel van 't jaar van dorst versmachten, moeten als Amphibiën leven.
»Maar de noordwester breekt los, de golven zwellen, zwart is de nacht. Sneeuw en hagel jagen in oogverblindende warreling door de lucht. Daar nadert de groote boot, de nog nieuwe, sterke mailstoomer. Reeds ziet de uitkijk op de brug de lichten op den wal. Daar is de haven. De reis is volbracht.
Geweekte erwten in een flesch zwellen op tot zeshoeken of liever twaalfhoeken, tengevolge der wet van wederzijdschen druk. Zeepbellen doen hetzelfde zonder andere drukking dan die van hun eigen gewicht. Maar erwten en zeepbellen waren op zichzelf bestaande dingen voordat zij te samen gebracht werden.
De klanken zwellen en nemen weer af, het is een voortdurend vloeden en terugstroomen, een deining zonder einde, als een lied der natuur. Maar een natuurlied verdiept door menschelijk hunkeren en smachten; een uitstorting en reiniging van het menschelijk gemoed, beheerscht toch en vol melancholie van berusting.
"Zoodat gij dus in de onmiddellijke nabijheid van den dapperen Zeeuw waart," hervatte Pieter Dirksz. "Juist. Onze vloot vereenigde zich kort daarna met die van Wassenaar. 't Was een statig gezicht, die vijf-en-twintig oorlogsschepen met hare galjoten en branders te zien zeilen, een gezicht, dat mij het hart onder het baaitje deed zwellen.
En het geheele Vaartuig welks bakboordsbrassen los lagen, ging langzaam aan 't draaien. De wind, de zeilen nu doende zwellen, deelde aan het schip een zekere snelheid mede. Dick Sand liet toen de voorschooten afvieren. Daarna riep hij de negers op het achterdek. "Ziezoo, vrienden, dat heb jelui er eens goed afgebracht! Nu moeten we ons met het groottuig bezig houden. Maar breek niets, Hercules."
Na 't Hollandsch laagland met z'n gevaarlooze wegen, z'n kabbelende rivieren, zijn gecultiveerde bosschen, z'n heldre dorpen met kerk en torentje, z'n langzaam op-schemerenden ochtend en neerschemerenden avond; na de Hollandsche wei met de haasteloos-mummelende koetjes; na de Hollandsche binnenkamers met hun stoffage van begouwenaarde burgerheeren en, meest 'n weinig houterig, vrijende jongelingen en jonge dochters, na al dit gemoedelijke, zich-zelf gelijk blijvende en veilige plots nu een tropisch bergland, met ravijnen en neerdonderende stroomen, met oerwouden, waar leeuw en tijger brullen, en gij, zoo ge u er waagt, de beet en omkronkeling van slangen zult hebben te vreezen; een land met rook-bepluimde vulkanen, wier inwendig vuur de wijngaarden en olijfbosschen op de hellingen eerst koesterend doet zwellen van olie en wijn, om dan, vroeg of laat den krater uitgebarsten, zijn eigen teelt te vernielen in één brandende giftuitstrooming, door één slag; met dorpen, des nachts vol zwoelheid van doffe geuren en zwaarmoedige deunen, waar, daags, een wijsgeer u als bedelaar nadert, en wien ge voor een Grande hieldt, een bedelaar blijkt; waar de liefde geen braaf-burgerlijke vrijage, maar hartstocht en heet begeeren is; een land waar nauwelijks afkeer zijn kan, of zij groeit tot haat.
In minder dan één minuut begon het been van deezen man op te zwellen; vervolgens gevoelde hy vreesselyke pynen, en verviel kort daarop in stuiptrekkingen. Een van zyne medgezellen, den slang gedood hebbende, liet de gal van dit dier, gemengd in een half glas brandewyn, het welk ik hem gaf, door den gewonden inneemen.
De hei heeft dit jaar lang onder den sneeuw gelegen, maar eindelijk kwam 't zachtere weer en toen was de sneeuw in een ommezien weg. De drie berken staan er nog. Twee ervan leven en de derde, ja, die is natuurlijk dood gebleven. Dat kan je nu duidelijk zien, nu onder den invloed van regen en zon de knoppen beginnen te zwellen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek