Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


Toen wij in 't jaar 1825 bij hoogen waterstand te Santa-Fé aan wal stapten, verhaalde men ons, dat voor weinige dagen een Franciskaner-monnik, juist toen hij de vroegmis wilde lezen, onder de deur van de sacristie door een Jagoear was verscheurd.

In de morgen- en avondschemering en ook wel bij helder maan- en sterrenlicht, nooit echter op 't midden van den dag of in een zeer duisteren nacht, gaat de Jagoear op roof uit. Alle groote Gewervelde Dieren die hij bemachtigen kan, dienen hem tot voedsel. Hij is in alle opzichten een vreeselijk Roofdier.

De Zuid-Amerikanen maken voor hun vermaak jacht op de Capybara, overvallen haar onverwachts, snijden haar den weg naar 't water af en vangen haar met de lasso. Haar ergste vijand behalve de mensch is vermoedelijk de Jagoear. Dag en nacht volgt deze sluwe roover haar spoor; in de rivierdalen is zij waarschijnlijk de meest gewone buit, die aan deze Kat ten deel valt.

"De Jagoear," zegt A. von Humboldt, "de gruwzaamste vijand van de Arrau-Schildpad, volgt deze op het strand, waar zij hare eieren legt. Hij overvalt haar op het zand, en keert haar om, om haar gemakkelijker te kunnen verslinden.

Er gebeurt trouwens niet altijd een ongeluk, als zulk een Roofdier in een stad verdwaald geraakt, want het geblaf van de Honden, die het vervolgen, en het te hoop loopen van de menschen brengen het zoo zeer in de war, dat het zich tracht te verbergen. De wonden die de Jagoear toebrengt, zijn altijd hoogst gevaarlijk, niet alleen wegens hun diepte, maar ook wegens hun aard.

Men kan de geschiktheid van den poot van het dier voor deze jacht niet genoeg bewonderen; het dubbele pantser van de Schildpad wordt er mede geledigd, alsof de spierbundels met een heelkundig instrument van de beenderen waren losgemaakt." "Het valt een geoefenden jager niet moeielijk," schrijft Rengger, "den Jagoear gedurende zijne jachten na te gaan, vooral langs de rivieren.

Tegen zulk een gering aantal Honden stelt deze zich dadelijk te weer; de jager gaat op hem af, gewoonlijk tergt hij hem bovendien door woorden en gebaren. Hierdoor vertoornd springt de Jagoear zijn vijand te gemoet en gaat met wijd opengesperden muil overeind staan evenals onze Beer.

Veel gevaarlijker dan deze wijze van jagen is de volgende: De jager omwikkelt zich den linker arm met een schapenvel en wapent zich met een tweesnijdend mes of dolk van omstreeks twee voet lengte. Zoo uitgerust zoekt hij met 2 of 3 Honden den Jagoear op.

Reeds in de eerste berichten over Amerika wordt van dit dier melding gemaakt; ook nu nog heeft bijna iedere reiziger iets van hem te verhalen; uit deze mededeelingen blijkt, dat de oudere schrijvers de verschrikkelijkheid van den Jagoear sterk overdreven hebben; hunne beschrijvingen berusten te weinig op eigen ervaring; zij bevatten een groot aantal uit den mond van het volk opgeteekende bijzonderheden, en zijn derhalve met vele fabelen doormengd.

Waarschijnlijk heeft hij behalve den mensch geen andere vijanden dan de Jagoear en den Koegoear. De fabelachtige verhalen van de bewoners van Paraguay over gevechten, die tusschen den Miereneter en den Jagoear zouden plaats vinden, zijn reeds door Azara wederlegd."

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek