Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Komaan mon cher monsieur le comte nu wacht maar, ik geef den moed nog niet verloren, al was papa er wat tegen, komaan, we zullen aan geen akelige droomen meer denken; peuzel jij die beschuitjes nu maar op, dan zal ik je eens laten kijken hoe heerlijk vandaag het zonnetje schijnt, 't is een lust!"
Dan speelde ik maar liever in mijn eentje, bij Moeder in de kamer. Bij Moeder was 't altijd goed. Heerlijk, dat veilige, vredige plekje bij Moeder. Standsverschil, zelfs reeds op deze schaal, deed mij een kring trekken, waarbinnen ik met mijn armoede rustig kon leven. Maar dat leven was toch genieten, als Moeders oog maar, stralend zonnetje, den kring verlichtte.
Inderdaad, toen de dag der plechtige opening dáár was, scheen het of goede feeën in de stilte en de duisternis van den nacht rondgezweefd hadden over de terreinen en met tooverstaven in het leven hadden geroepen, wat luierende werklieden die liever in het zonnetje lagen te slapen en soldaten die wel onder tucht werkten maar wier handen verkeerd stonden voor dezen ongewonen arbeid, maar niet klaar konden krijgen, al stonden de commissieleden er ook handenwringend bij.
Voor ze den hoek om gingen, keken ze altijd nog eens om, want mevrouw March stond altijd aan het raam om ze nog eens toe te knikken en na te wuiven. 't Was net of de meisjes den dag niet goed zouden kunnen doorkomen, als ze dat moesten missen. Want in welke stemming ze ook mochten zijn, de laatste glimlach van Moeders lief gezicht liet nooit na als een zonnetje op hen te werken.
Hoog boven de zee, gekleefd tegen de rotsen, ligt het daar te wachten om zich opnieuw te verkneukelen in het zonnetje dat straks zijn druiventrossen zal komen rijp stoven, zijn oranjebloesem zal laten geuren, zijn lucht zal komen verwarmen, het zal maken tot een paradijsje op aarde.
Als de wind moest hij nu maar naar Pietersen; want het werd al later en later, en Pietersen woonde een heel eind van Teunissen af. Pietersen zat buiten op eene bank in 't zonnetje en bekeek op zijn gemak zijne bloemen. Nero, de groote dog, lag naast hem in 't gras te slapen. Daar kwam Hans zoo hard aanhollen, dat het wel leek, alsof hij de heele bank met Pietersen en al omver wou loopen.
Ongeplaveide niet meer dan 1 1/2 meter breede straten, die nauwelijks den weidschen naam straat verdienen, liggen tusschen de armelijke en schamele huisjes; logge zwarte varkens loopen overal onbeheerd rond of liggen zich midden in de straat in het zonnetje te koesteren.
Lord Henry glimlachte, en, zich buigende, plukte hij een roodbladig madeliefje uit het gras, en keek er naar. Ik ben overtuigd, dat ik het begrijpen zal, sprak hij, en hij bleef aandachtig het goud-en wit-stralige zonnetje in zijne hand bezien; en wat gelooven aangaat, ik kan alles gelooven, als het maar heel ongelooflijk is.
Maeceen. Ik zei immers direct, goed van teekening, ik ga nog een beetje terug. Blikslagers! nu vat ik hem op eens. Daar heb ik hem gepakt kolossaal wat een effect! Vriend. Waarachtig Maeceen, ik stond er te dicht bij; nu is 't ook niet zoo groen, 't is puur natuur, wat een licht hé! verduiveld dat zonnetje tusschen die boomen is kranig. Maeceen.
't Zonnetje gaat van ons scheiden? Ik wed, dat de zoete rust kwam, nog eer het klonk: Zoete rust mogen wij beiden. Eén buurmeisje herinner ik me ook nog levendig, ofschoon ik haar nooit gesproken heb. Ze woonde niet in de Leliestraat, maar op de daarop volgende en nettere Bloemgracht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek