Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Wie ben ik, als ik denk aan u, mijn held! ik kleine,¯in 't klein-gevoelend volk begraven maar toch! wat zoeten drank van min zij gaven, mijns harten hart bleef zoeken, onverzeld, naar minder niet, dan wat uw mond mocht laven, kristallen dronk, uit eeuw'ge rots geweld. Datzelfde, waar uw Godlijk lied van meldt, heb ik voor alle tijden willen staven.
Voorspelt het gulden morgenrood niet zelden een regenachtigen dag, de blijde verwachting is meermalen eene voorbode van droeve gebeurtenissen. Hoe hartelijk had Nitetis zich over dezen brief niet verheugd, die toch slechts bestemd was, alsem in den zoeten kelk van haar geluk te druppelen.
Streng voor zich zelven, was hij het ook voor de rijke poorters der stad en herinnerde hun gedurig de nederigheid en de vrijwillige armoede van den zoeten Jezus. Broeder Johannes troostte de bedrukten en wist de ellendigen op te beuren, zoodat hij op de talrijke gezellen, nederige ambachtslieden der stad een grooten zedelijken invloed had verworven.
Nu heft uw geest in reinste rijken Van zang zijn vleuglen, en zij grijpen Winden, die in dien zaalgen hemel beven; Wij zeilen voort, ver weg, zoo ver, Zonder een koers, zonder een ster, Slechts door den drang van zoeten klank gedreven; Tot ge eindelijk door eilandgaarden, O schoonste loods! te schoon voor de aarde, Waar nooit een sterflijk scheepje glijdt, De boot van mijn begeerte leidt; Liefde is wat we aadmen hier, liefde volkomen, Bewegende in den wind en op de stroomen, Makend deze aard gelijk aan 't geen we omhoog ons droomen.
Hij deed hun die zaligheid aanschouwen, zoo als het oog het verre licht eener ster aanschouwt, die wel niet te bereiken is, maar waarnaar toch, op den stillen bergtop, in zoeten droom, de hand zich uitstrekt, of ze te grijpen ware!
Thans wil ik werken in uwe plaats, doch verder niets, mijn vriend. Ik geef daar niet om, antwoordde ik; ik zal als voorheen uwe kamenier, uwe strijkster, uwe keukenmeid, uwe waschvrouw, uw onderdanige slaaf wezen; maar schei toch geen twee herten en zielen, die maar één wezen uitmaken; breek den zoeten liefdeband niet, die ons zoo innig verbindt. Het moet, antwoordde zij.
Als het gebeurt, dat ik U ooit zal bezitten, Weet ik niet of ik zoo dwaas zal zijn, Gelijk ik was, toen ik U liet heengaan; Ik zal U houden, wat er ook van kome. En aan Uw zoeten mond Zal ik mijn verlangen voldoen. Ik wil er thans niets meer van zeggen. Kom dan spoedig, kom mij omhelzen Daar toch de gedachte van den zang mij er toe drijft.
Zonder de geringste aarzeling reikt Virginie haar man nu den brief toe, en Philip.... nadat hij het geschrift nog eens vluchtig heeft doorloopen, ziet haar aan met een pijnlijk zoeten glimlach, en verscheurt den brief. Nu roept hij den schenker: "Breng me bij den dokter van Romphuizen. 'k Zal toch den man even spreken." En tot zijn vrouw: "Virginie ga mee, ik breng je dan met een naar onze kamer."
Als ik thans een woord wijd aan het vetten en zoeten der spijzen, dan is het niet omdat boter, olie en suiker giftige stoffen bevatten, maar omdat ze op den duur te veel van onze verteringsorganen vorderen. Boter, olie en suiker zijn meer kunst- dan natuurproducten.
Zij gleed van mijn rug op het mos, half bezwijmd.... Zij strekte de armen nog naar mij uit.... Ik viel voor haar neêr, ik wilde haar omhelzen, haar drukken aan mijn hart. Maar ik herinnerde mij dadelijk na, dat ik een ezel was... En ik bleef op mijn voorpooten geknield, aanbad mijn geliefde en wilde haar roepen bij haar zoeten naam....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek