Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
Een glad afgestreken lepel meel fruit men met een goeden steek boter en roert er dan 1/2 kan melk bij. Men laat het met suiker en een weinigje zout koken en bindt het met een eijerdoijer. Koude roomsaus. Een kopje frambozen- of bessensap, of gesmolten gelei, wordt met ruim 2 m. zoeten room en een lepel arak vermengd, en dan met de garde geslagen, tot het schuimt.
Uit een volgende vlam hooren zij de stem komen van Guido di Montefeltro, die door Paus Bonifacius verleid werd hem den slechten raad te geven. 1 Reeds was de vlam recht op gericht en stil door dat zij niets meer zeide, en reeds ging zij van ons weg met verlof van den zoeten Dichter;
En door den blanken nevel op hun kruin Weêrblinkt een Stad, uit kristallijn gebouwd, Met torens en paleizen, heerlijk schoon. En van die hoogte vloeit een water neêr, Geen stortvloed maar een zachtbewogen meir: Niet bruischend, maar met zoeten zilvertoon Gelijk muziek voortgolvend naar beneên.
Er zweefde door het vertrek iets als de lauwheid van een warm bad, vermengd met den zoeten geur van Violettes de Parme. Even zag zij in de aangrenzende donkere kamer naar het witte bed van haar kind om, begon zich toen, zuchtende, te ontkleeden en liet de kanten japon, als een wolk van zwart, haar heupen afglijden.
En wat U betreft, Lijk, ik denk gij zijt een voortreffelijke mest, maar hinderen doet dit mij niet, Ik ruik den zoeten geur der bloeiende witte rozen, Ik strek mij uit naar de gebladerde lippen, ik strek mij uit naar de gladde borsten der meloenen.
Je zoudt er wel kommen met 'en daalder." "'En daalder op je oogen." Deze en dergelijke waren de gesprekken van de kunstbeschouwers voor het raam van dit atelier. Op den hoek van 't huis hing een groot uithangbord, waarop de bekende geschiedenis van den Zoeten Inval stond afgebeeld, en daar onder "H.P. De Groot. Alle zoorten van koek en kleyngoed."
Hij ging in de gelagkamer, en zat in doffe rust op een bank bij de deur, en droomde van de eeuwige bosschen. De waardin had medelijden met hem, en gaf hem een glaasje van haar sterken, zoeten brandewijn. En zij gaf er hem nog een, omdat hij er zoo dringend om vroeg. Meer wilde zij hem niet geven en de bedelaar werd wanhopend. Hij moest meer hebben van dien sterken, heerlijken brandewijn.
Ik ging op den rand der legerstede zitten, mijn oom nam plaats in een grooten leuningstoel, en vermoeid en gelukkig, tot den kin toe ingestopt, bleef Babet met gesloten oogen en glimlachenden blik liggen. Het venster stond wagenwijd open. De geur drong met de zoele lucht van dien zoeten herfstmiddag naar binnen.
Omdat ik weifelde en twijfelde binnen te gaan, toen de damoselen aan de vensteren verschenen en lonkten en lokten met zoeten lach en lonk... Ik dacht: willen die damoselen wel worden bevrijd of... willen zij niet worden bevrijd. Dat is de vrage! Zeide ik het u niet al?! riep Galehot. Koning Assentijn sloeg de handen om zijn arme hoofd en zijn kroon gleed scheef.
Zelf had hij meer last dan lust van haar gehad: "wat hij jaagde, bleef ongevangen"; den zoeten drank had hij nooit gedronken . Nu wilde hij jongeren met zijne ervaring van dienst zijn, hun het rechte pad wijzen, hen waarschuwen voor het kwade. Doch van welken aard zijne beweegredenen ook mogen geweest zijn, in allen gevalle moet zijn werk worden aangeduid als een leerdicht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek