Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


De zuchten en gepeinzen mijner rouwe Vervullen zòò mijn weedomzware hart Dat Amor zwijmt van droefheid overgroot, Omdat hij hen, de stille boôn der Smart, Den zoeten naam hoort fluistren mijner Vrouwe En woorden, ach, over haar vroegen dood.

De tegenwoordigheid van anderen deed er meer kwaad dan goed aan. Op eene half schertsende bemerking van den sergeant-majoor, antwoordde de bazin: "Vechten met de zotten? Geweld gebruiken? Kom, mijnheer, daar is schijn noch gedachte van. De zotten weten wel, waarom zij hunne bewaakster den zoeten naam van moeder geven.

De yverige juffrouw Laps, die de onvergankelyke ziel stelde boven 't brooze lichaam, en de oefening der genade boven het streven naar zoeten drank... zy die woonde op de onder-voorkamer van het huis dat gezegend was onder alle huizen... zy had toegegeven in de begeerte om meetepraten, en hieraan sluiten zich de voorgelezene tekstwoorden met verbazende geleidelykheid.

Deuren en vensters stonden open; vóór de kamer bloeide een tjempakaboom, die met een windezucht ons zijn zachten, zoeten geur zond. Liefelijk klonk de zachte, weeke stem; zoet streelde het graag-luisterend oor haar zang, die onze zielen meevoerde naar 't ver verleden, naar de oertijden vol schittering en pracht, en wijze, schoone,

En zij weende als zij dacht aan den zoeten tijd, toen men heur en heuren vriend Uilenspiegel zocht. En Uilenspiegel en Lamme, schrijlings op hunne ezels gezeten, vervolgden hunnen weg.

De leeraressen trachtten "uit te komen" door zich vriendelijk tot de leerlingen voorover te buigen, die zij een oogenblik te voren een oorveeg gegeven hadden, en door coquet kleine vingertjes tegen stoute jongens op te heffen en de zoeten vriendelijk op de schouders te kloppen.

En met rede; daar tusschen de zure lijsterbessen het niet den zoeten vijgeboom voegt vruchten te dragen. 67 Een oud gerucht, dat in de wereld is, noemt ze blind: een hebzuchtig, afgunstig en hoovaardig volk zijn ze: van hunne hebbelijkheden maak dat gij u rein houdt.

Zij waren het ook, die twee dagen vóór den trouwdag den zoeten arbeid van het palmknoopen verrichtten, zij vlochten de buigzame twijgen van den maagdenpalm met vergulde en verzilverde draden tot slingers inéén en wonden die om spiegels en luchters en kandelaars, om stoelen en kasten, onder gelach en ravotten en gulle kussen.

Een rara avis in onze streken; het zij in het voorbijgaan opgemerkt waar een jaar vooruit opzeggens, gepaard aan de waarschuwing: iets anders te zoeken, in zulk een geval al eene zeldzaamheid is de man leeft nog! Welligt heeft hij van al zijne schatten al zijne weelde al zijnen glans, nooit weêr zóó groote voldoening gesmaakt, als op dat oogenblik, in den zoeten waan, dat hij gelukkigen maakte.

HET MEISJE. Lodewijk, Lodewijk, dijn aangezicht is bekoorlijk, dijne liefde vurig en dijn lijden onuitsprekelijk.... DE ENGEL. Eilaas, zij valt. DE DUIVEL. Zege, zege, mij de ziele! HET MEISJE. En toch, ik bemin mijnen zoeten Jezus boven alles; mijne liefde en mijne ziele eeuwig aan God! DE ENGEL. Heil, heil, zij heeft gezegepraald! Geloofd zij God in den hooge!

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek