United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een bruinroode deerne in profond werkendags-gewaad, met den rooden halsdoek zeer luchtig over den boezem en verder onder den gestreept diemiten borstrok gespeld, treedt met een: G'en dag soam!" de kamer binnen, en zegt, terwijl ze een grooten ronden schotel midden op de tafel plaatst: "Hier hei'j de soep; z'is heit, heur!"

Janssen beweert bij 't haastig opslorpen: dat die soep niks kienderachtig smoakt, en terwijl hij ten tweedenmale zijn bord vult, voegt hij er bij: "Kee weet 't wel, en wat mien belangt, ik heb gezeid: ze motten geen honger lieën, heur ie. Tast toe nêf en nicht, z'is verechtig niet schroal. Soep is moar buukvulling."

Heeft ze.... Ja, ze heeft geslapen. 't Vrouwtje naast haar kijkt ontstemd, z'is tegen die an gevalle, in d'er slaap.... Wat vreeslijkheid! Ooge dicht! Ze durft niet rondzien! Zoo iets droome ... en dan hier! In de kerk zoo zondig droome! Wat zeit daar de Dominee! O, hij spreekt over Judas' smarte.... Lang stuk heeft ze niet gehoord, zitte slape, was zóó moe ook.

Maar daar schoot ineens de lucht vol groote klokkenklanken, Pallieter riep: "Z'is dor, z's dor! Manne, kom!".... En ieder haastte zich om aan de deur te zijn. Terwijl ze achter de versierde tafel gingen staan, ontstak Pallieter de keersen, en strooide op den zandweg bloemen en gesnipperd papier.

"O z'is keurig!" zegt mevrouw Van Middelnesse, ofschoon ze haar veel te vet vindt, maar toch, HE. had honger. "Délie! Délie!" betuigt mijnheer, en de verkwikkende spijze doet hem zóó'n goed dat hij waarlijk vrede met dat soort van menschen krijgt, en dan zoo vrij zal wezen nog tant soit peu te nemen.

Dorus en Griet ze mochten mekoar veur 't zuute en zoere, en, 't bittere zelfs wouen ze deilen ien 't lêven. "Kees zit noast 'r," sprak de bellefleur, terwijl zij met Dorus den boom hoe langer hoe meer nabijkwam: "Z'is zeker noar 't darp gewêst um te winkelen, want de kleine klepben steet bij d'r."

Van achter de trapgeveltjes der huizen kwam traag tromgeroffel, een djimslag, en dan een langzame feest-marsch van koperen muziek. "Z'is dor!" riepen de kinderen en menschen, die van uit de stad kwamen zien, en gingen op het gers staan tusschen de hooge boomstammen om den blonden weg vrij te maken. De boerinnen haalden hunnen paternoster uit den zak en begonnen te lezen.

Johan de dienstknecht opende de deur voor den geneesheer en op diens vraag, wie de zieke was, antwoordde Johan: "O dokter, "t is de oudste juffrouw; z'is van de trappen gevallen en ligt sedert mevrouw naar de komedie is, nog maar altijd buiten westen. Dina de kamenier was nog geen kwartier geleden even bij haar in de zaal; maar toen was er nog geen verandering gekomen.

Pallieter stapte af en ging langs 't meerhof zien. Nonkel Hanrie hong tegen den beschaduwden muur op een stoel te slapen en verder was het stil. Pallieter maakte den boer wakker. "Wor is ma lifke?" "Hee! Ja 't!" zei de boer, al geeuwend en zich rekkend, "z'is heur twie nichtjes, die in vacansie zen, nor de hei gon wandele. Kom! gon w'een pint drinke?"