Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zooals zij wel verwachtte, was daar niemand, en ook niemand op het strand. De oude Eduard en zijn zoon waren, evenals ieder ander te Bryngelly, aan het theedrinken. Zij zag naar de zee uit. Er was geen sterke golving, maar de koelte stak op, en er was een langzame zwelling in het water. Voorbij de beschutting van Rumball Point, vijf mijlen ver, zou een zware branding zijn.

Toen ik zulks deed, lichtte ik beleefdelijk den hoed tot afscheid. De Heer Blaek beantwoordde mijn groet op een koele, doch gepaste wijze: zijn zoon zag mij aan met een onbeschaamden blik, dien ik hem met woeker teruggaf.

Geef mij een gulden, ik heb hem verdiend. Van de zweep, als gij niet wegkomt, ongeluksvogel. Heer, ik ben Uilenspiegel, zoon van Klaas, die levend verbrand werd voor het geloof, en van Soetkin, die stierf van verdriet.

Welkom, vervolgde hy, met een zeer ernstig vriendlyk gelaat, daar zyn eerlyk hart in uitscheen: Welkom, lieve Dochter, in myne Familie. Nooit moet gy u den dag beklagen, die u in dezelve brengt; ik althans zal een goed Vader omtrent u zyn: gy zyt het waardig. Geluk, myn Zoon, met uwe Vrouw; wees een zo goed Man, als gy een Zoon, een Broeder, een Meester waart, en gy zult uwe Vrouw dierbaar blyven.

Wat moest hij daarvan denken? Ging er nu ellendige, akelige stoornis komen in het zoo gezellig en aantrekkelijk leventje der heerlijke Rosbach? Als naar gewoonte, dien namiddag, waren de heeren Bollekens, vader en zoon, per rijtuig, naar 't buiten gegaan.

Caractacus, een dapper vorst der Silures in Britannia, zoon van koning Cunobelinus, voerde oorlog met de Romeinen, en werd door de met hen bevriende Cartismandua, koningin der Brigantes, aan hen uitgeleverd. Keizer Claudius liet hem naar Rome voeren, doch schonk hem toen de vrijheid terug, 51 na C. Caralis, Karalis, thans Cagliari, hoofdstad van het eiland Sardinia, aan den Zuidkant gelegen.

Is dokter niet precies zoo goed je zoon als Eva je dochter? Noem jij het andermans, ik noem het eigen! Van één meel, van één deeg!" "Ik spreek van zijn geld." "Geld is niemendal. Wát is geld voor iemand die genoeg heeft! Geld is een dood, een onnoozel ding...." "Stil vrouw, je praat zoo hard dat de jongens die daar knikkeren er van opkijken."

Dinah had hoegenaamd geen trek om naar Grand-Talibonche te gaan, zonder dat hij mij de reden van zijn tegenzin wilde verklaren; later vernam ik, dat het was omdat zijn vijand Carimoe, zoon van Bokar, den te Catinoe gesneuvelden roover-hoofdman, naar het naburige dorp Kassan de wijk had genomen; hij vreesde dus, dat wij ons in een vijandelijk land zouden begeven.

Waarlijk, zij had voor het goede kind eene andere toekomst gedroomd; maar werkte haar eigen zoon niet op eene fabriek? Het was toch hetzelfde niet: Bavo kon meesterknecht worden.

Zij dringen zich door de gendarmen tot een laatsten handdruk, een laatste omhelzing. Moeder Hantelman heeft zich wild aan de borst van haar zoon geworpen, luid jammerend: »O mijn jongen, mijn jongen!.. Ik k