Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juli 2025


Ontstaat het kwaad dat gij vreest, wij zullen onzen plicht doen en met goed en bloed de vrijheid van Kerlingaland verdedigen; maar niemand toch zal ons kunnen beschuldigen dat wij zelven de oorzaak der bloedige botsing waren.... In deze omstandigheid, heeren, verheugt het mij ten hoogste u te kunnen melden dat ik er gelukt ben het machtige huis van Rijkaard Van Woumen door een huwelijk aan onzen stam te verbinden.

"Maar, maar het afbreken met jonkver Placida, met het machtige huis der Van Woumen kan niet beslissend zijn", morde de proost, spijtig het hoofd schuddende. "Het is beslissend en onherroepelijk", bevestigde Robrecht. "Wij zullen mher Van Woumen gaan spreken", zeide de kastelein. "Hij zal erkennen dat hij de speelbal is van arglistige vijanden der Kerels en dat men hem heeft bedrogen."

"Ik heb mij laten vernederen en honen met een geduld dat aan lafheid grensde, alleenlijk om in mijn geweten de overtuiging te hebben dat ik tot het einde mijnen plicht heb betracht, ten minste tot zooverre de menschelijke krachten reiken. Deze overtuiging heb ik." "Maar welke reden gaf dan mher Van Woumen tot zulk onverwacht besluit?" vroeg de kastelein.

Nauwelijks waart gij vertrokken, Dakerlia, of mijn broeder werd dus droefgeestig en zwijgend; nu, sedert eenige dagen is zijn verdriet nog aangegroeid. De reden daarvan meen ik te kunnen raden. Verbeeld u, Dakerlia, dat onze oom, de proost van St-Donaas, en Hacket, de kastelein, zich in het hoofd gestoken hebben mijnen broeder met Placida Van Woumen te doen trouwen...."

Zoo vervuld met onverwinnelijke droefheid, doch welberaden om niets te zeggen of te doen dat Placida of hare ouders kon kwetsen, bereikte hij sher Rijkaards Steen. Op zijne vraag zeide hem de schalk, die de poort opende, dat mher Van Woumen sedert gisterenavond was teruggekeerd, maar nu daareven den Steen had verlaten.

Nu zal Rijkaard Van Woumen ons zeker een onverzoenbare vijand worden?" "Toch niet, heer oom", antwoordde Robrecht. "Men heeft jonkver Placida doen veinzen dat zij dit huwelijk door eigene beweging verbreekt, om ons geene redenen tot vijandschap tegen mher Van Woumen te geven. Placida heeft mij zelfs verzekerd dat haar vader u zal komen spreken om zich bij u te verschoonen."

Dit is de belooning voor hare teedere vriendschap, voor hare liefde! Eilaas, ik bezwijk van wanhoop bij het verlies mijner goede zuster!" "Luister, Witta", sprak Robrecht op ernstigen toon. "Het huwelijk is een band door God geheiligd en dien wij als Christenen verplicht zijn, tot in den grond van ons hart te eerbiedigen. Ik ga trouwen, Placida Van Woumen wordt mijne echtgenoote.

Mher Rijkaard Van Woumen, die onzen heer graaf tot Rijssel heeft vergezeld, moet dezen morgen teruggekeerd zijn; en gij begrijpt wel, Dakerlia, dat Robrecht niet mag nalaten hem te gaan begroeten. Nu zou ik moeten huiswaarts keeren; ik ben slechts gekomen om te vernemen hoe het met u gaat." "Gij verlaat mij reeds? Ach, Witta, dan ben ik weder zoo gansch alleen! Blijf, ik smeek u!"

Zijn vader, die met onzen heer graaf ter kruisvaart trok, heeft zich in het Heilige Land door zijne dapperheid vermaard gemaakt." "Sneloghe is een Erembald, mijn vriend." "Welnu, wat geeft dit?" "De Erembalds zijn Kerels." "Meent gij dan dat ik zulks niet weet?" morde Rijkaard Van Woumen.

"Maar Ghijselbrecht Tancmar stond insgelijks naar de hand van jonkver Placida", bemerkte Yorg Koevoet. "Indien zijn oom, de hofraadsheer, met den graaf terugkomt, zou hij dit huwelijk nog wel kunnen beletten." "Onmogelijk", antwoordde Bertulf, "heden nog, dezen morgen zelfs, zal Placida Van Woumen de beloftegift uit Robrechts handen ontvangen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek