Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Het is waar, gij zijt reeds een paar uren hier, en er zijn tijdingen gekomen die van elk onzer eenige werkzaamheid eischen. Gij weet ongetwijfeld reeds dat onze heer graaf overmorgen in Brugge komt?" "Ja, mher Van Woumen, ik weet het", was bet antwoord. "Zooals gij zegt, deze komst legt ons zekere plichten op die niemand onzer mag verzuimen.
Uw huwelijk met jonkver Placida verbroken?" kreten zijne beide ooms. "Ja, onherroepelijk verbroken; jonkver Van Woumen zelve dwong mij tot het terugnemen mijner beloftegift." "Dan heeft het u aan moed of aan goeden wil gefaald", viel Bertulf beschuldigend uit. "Ik heb het gevreesd!" "Uwe vrees was onrechtvaardig en ongegrond, oom", wedervoer Robrecht met stille fierheid.
Mher Van Woumen heeft ons bij den graaf verdedigd en velen onzer vijanden tot zwijgen gebracht. Uw huwelijk met de dochter van dien machtigen ridder is een onschatbaar geluk voor ons en voor geheel Kerlingaland!" "Mijn huwelijk? Mijn huwelijk is verbroken, heer proost", stamelde Robrecht, die wel voorzag welken pijnlijken indruk deze tijding zou doen. "Verbroken?
Hij had die verbintenis aanvaard en zich met goeden wil aan het onverbiddelijk lot onderworpen; ja, hij had gehoopt dat allengs in zijn hart eenige genegenheid voor de schoone Placida Van Woumen zou zijn ontstaan. En nu? Nu boezemde Placida hem afschrik in, nu deed het gepeins dat hij in hare tegenwoordigheid ging verschijnen hem sidderen!
Zijn zoon Ghijselbrecht heeft lang naar de hand van jonkver Placida gestaan. Gelukkig dat op dit oogenblik de beloftegift reeds moet aanvaard zijn en het dus geheel onwaarschijnlijk is dat Rijkaard Van Woumen nog op eene wederzijds bevestigde verbintenis kan terugkomen.... Maar Tancmar is zoo vol list en zoo bedrijvig!"
Later zult gij rechtvaardiger jegens hem worden. Nu, zeg mij, vriend Rijkaard, blijft gij waarlijk bij uw voornemen uwe dochter in een geslacht te doen treden dat eerlang tot den slavenstaat kan gedompeld worden?" "Het is eene erge zaak!" zuchtte Van Woumen. "Ik wil daarover nu niets beslissen. Er blijft nog tijds genoeg over ons er op na te denken."
Hebt gij dan nog de hoop behouden dat Placida Van Woumen zijne echtgenoote niet zal worden?" "Of ik nog eenige hoop heb behouden?" herhaalde jonkver Wulf met plotselijke ontmoediging. "Eilaas, neen, vriendinne, niet de minste hoop.
Deze woorden sprekende, begaf hij zich naar den Steen en trad in eene groote zaal, waar hij een reeds bejaarden ridder, die hem met bewijzen van vriendschap te gemoet kwam, de handen hartelijk drukte. Na de eerste grotenissen gewisseld te hebben, zeide Rijkaard: "Zoo, zoo, mher Tancmar, gij zijt terug van den oorlog?" "Niet voor goed, vriend Van Woumen", was het antwoord.
Mijn broeder heeft, met vele andere ridders, onzen heer graaf uitgeleide gedaan tot Yperen, en is daar zelfs gebleven tot des vorsten vertrek naar het leger. Gisterenmorgen, bij zijne terugkomst, moest mijn broeder onmiddellijk naar Placida Van Woumen gaan. Het was zijn plicht, en ik raadde hem aan dien te vervullen.
"Mijn oom, de proost van St-Donaas, zegt, dat men hem ten onrechte zulks ten laste legt. Hij heeft integendeel de Kerels bij den graaf verdedigd." "Maar, Witta, jonkver Van Woumen moest trouwen met Ghijselbrecht Tancmar, den rusteloozen vijand der Erembalds?" "Van dit huwelijk is er geen spraak meer." "Het is gelijk: Placida is geene Kerlinne; het bloed der verdrukkers vloeit in hare aderen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek