Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 oktober 2025


Hoe hoog nu ook hun hoon, hun woede klimm', 't Is hun, ontwaakt, een droom, een hersenschim; En zijn ze naar Athene weêrgekeerd, Hun trouw blijft tot den dood dan ongedeerd. Terwijl ge deze taak voor mij verricht, Vraag ik mijn koningin haar Indisch wicht; Dan drijf ik 't monster uit haar oog; gezond Zij zin en ziel, en vrede heersche in 't rond.

"Het heeft," zegt weer deze, "met ijslijk gehuil In 't vliegen een driejarig kind opgenomen, Met 't schreeuwende wicht in zijn bloedigen muil Vloog 't heen als een wind, over huizen en boomen."

Al de andere sloepen waren of verbrand, of gezonken onder het wicht der overtalrijke passagiers, die daar een toevlucht hadden gezocht. Twee dagen duurde de bange doodstrijd van het schip: eerst op den 19den November ging het te gronde. De kapitein Elmslie, zijne vrouw, hun jonge zoon en de scheepsdokter Cadle, bleven tot op het laatste oogenblik aan boord, op het brandende dek.

Daar komt bij, dat het door zijne oneindige afwisseling, door zijne telkens nieuwe verrassingen, de nieuwsgierigheid prikkelt en de belangstelling levendig houdt. De zee en het effen vlakke strand onzer kusten vermoeien en verdooven den geest, op wien deze grenzenlooze eentonigheid in het eind als een looden wicht gaat drukken.

Ze bezag hem wel minder minachtend dan zij 't haar andere vrijers deed, bij het licht, doch hij mocht er zich nog niet op beroemen, haar uitverkorene te zijn. "Mi lust niet, 'k doe bedanken," lachte zij. "Japikje," vervolgde hij smeekend, en hij streek haar over 't jak onwillig liet ze het toe "ik vind oe zoo'n himmel wicht . Ik mag oe zoo geern.

Hij had bij het schreiende wicht gewaakt onder den doornstruik; Hij was stap voor stap met mij medegegaan, en Hij had over het zwakke, dolende lam de wacht gehouden met de teederheid van den trouwen Herder. Ik had getast, gezocht, gezwoegd, en zou in mijne blindheid versmacht zijn in de schaduw der eeuwige Fonteinen. Maar nu zag ik het, want de blinddoek was van mijn oogen gevallen."

Ziehier: Waarlijk, ik bemin haar; dat is al de zwarigheid; en nooit verlaat ik het wicht, of ik ben razende zot naar haar; en wat denkt gij? ik heb nog nooit haar hand gekust: 't is waarachtig, Jan. Zij is onnoozel, dat is het, dat mij zoo ingetogen maakt: want hoevele vrouwen ik ook bedierf, ik heb nogal regard voor brave meisjes.

Dikwijls bekroop mij het verlangen weer op dien hoogen berg te stijgen en het uitzicht te hebben op de oneindige wereld. Maar tevergeefs wachtte ik op den goddelijken geest en de onzegbaar heerlijke nabijheid; en klagende ging ik van de hoogte af, bitter weenende".... Zoo scherp was de val. De vrije geest, en de scheppende verbeelding moesten bukken onder het wicht van den tijd.

Deeze vrouw zat voor aan in het vaartuig, het kind schreeuwde, en zy kon het niet tot bedaaren krygen. Mevrouw S...., wien het geschrei van dit onnoozel wicht verveelde, gelastte aan haare slavin, om het by haar te brengen. Zy nam het kind toen by een arm, hield het onder water, tot dat het verdronken was, en vervolgens wierp zy het in den stroom weg.

Ook hier, als immer, hebt Ge U groot getoond En heerlijk, vol van liefde en medelij'! Wat eenmaal vóor mij stond, is nu voorbij. Ik stierf, eer ik mijn sterven heb vermoed: Ik ondervond slechts dit: de Dood is zoet! Gelijk een Moeder 't ingesluimerd wicht Uit de enge wieg in 't lieve lentelicht Ter nederzet: zóo hebt Ge mij al zacht Van de Aarde naar den Hemel heengebracht.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek