United States or Luxembourg ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Daar is hij," zeide Wronsky, die hen met Wesslowsky te gemoet kwam: "Waar wilt ge Darja Alexandrowna inkwartieren?" vroeg hij toen in het Fransch aan Anna en nog eenmaal Dolly begroetend, kuste hij haar de hand en voegde er bij: "Mij dunkt in de groote balkonkamer." "O neen, dat is te afgelegen, beter in de hoekkamer, dan zien we elkaar meer. Hoe lang denkt ge te blijven? Hoe? Slechts een dag?

"Ik handel ook, maar negatief, d.w.z. zoo, dat ik mij geen moeite geef om het onderscheid tusschen hem en mij nog te vergrooten...." "Neen, pardon, dat is een paradox!" "Ja, dat is een sophistische uitlegging," bevestigde ook Wesslowsky. "O, zie daar! Onze gastheer!" zeide hij tot den molenaar gewend, die door de krakende deur binnen kwam. "Slaapt gij nog niet?" "Neen, hoe kan ik slapen?

Hij zelf, Wesslowsky, met zijn Schotsch mutsje, met zijn romancen en slobkousen, midden in het hooi. "En als gij nog de koets hadt laten aanspannen! Daar hoor ik plotseling: Halt, halt! Ach, denk ik nu, men heeft zich toch nog over hem erbarmd! Ik kijk naar buiten en ziedaar, men zet den Duitscher nog bij hem in en voorwaarts gaan ze....En al mijn strikken en linten waren nutteloos...."

"Wesslowsky, blijf bij me," riep hij met halfluide stem zijn achter hem wadenden metgezel toe. "Ik zal je niet storen. Denk niet aan mij" "Poef, paf!" klonk het in Lewins oor. Wesslowsky had in een zwerm eenden geschoten, die boven het moeras rondvloog.

Hij gaf Wesslowsky de teugels en begaf zich in het moeras. Laska had, zich over onrechtvaardigheid willende beklagen, reeds lang gejankt. Nu liep hij rechtstreeks naar een geheel veiligen, Lewin bekenden heuvel, waar Kraak nog niet geweest was. "Houd hem toch terug!" riep Stipan Arkadiewitsch. "Hij zal er geen op de vlucht jagen," riep Lewin terug en snelde achter Laska aan.

Hoe dwaas het hem ook later scheen, nu was het hem duidelijk, dat zij deze vraag slechts tot hem richtte, omdat zij gaarne dit genoegen wilde bereiden aan Wesslowsky, op wien ze naar zijn voorstelling nu reeds verliefd was. "Ja zeker!" antwoordde hij met een onnatuurlijke stem, die hem zelf onaangenaam toeklonk. "Maar zou het niet beter zijn, dat gij morgen nog thuis bleeft?

Toen zij in de nabijheid van zulk een moeras kwamen, wilde Lewin er voorbij rijden, maar het geoefend jagersoog van Stipan bespeurde terstond een ter zijde van den weg gelegen poel. Hij verzocht Lewin stil te houden en stapte met Wesslowsky uit, terwijl Lewin als voorkomend gastheer bij de paarden bleef. Kraak ging terstond in het boschje en Lewin liep het eerst achter hem.

Lewin vreesde wel, dat hij de paarden te hard zou behandelen, maar hij schikte zich naar zijn vroolijke luim, luisterde naar de vroolijke liederen, die Wesslowsky zong, naar zijn vertellingen en voorstellingen, hoe men op Engelsche manier four in hand moest rijden, en zoo bereikten zij in de beste stemming de Gwosdewsche moerassen.

Wesslowsky had weder hetzelfde onderwerp als gisteren gekozen, hij sprak namelijk over Anna en of men de liefde hooger moest stellen dan de bestaande maatschappelijke instellingen. Voor Kitty was dit gesprek onaangenaam, het onderwerp wond haar op, ook de toon, waarop hij het behandelde, vooral, omdat zij wist, hoe het op haar echtgenoot werken zou.

"Laat ons nog wat gaan wandelen; wij slapen toch niet in. Kom Oblonsky." "Hoe kan dat nu: hier blijven liggen en te gelijkertijd gaan wandelen?" zeide Oblonsky en rekte zich uit. "We liggen hier zoo lekker." "Nu, dan ga ik alleen," antwoordde Wesslowsky opspringend en trok zijn laarzen aan: "Tot weerziens, heeren! Zoodra het amusant wordt, zal ik je roepen." "Niet waar?