Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
De boeren in Asturië zijn in de vaste overtuiging, dat telkens wanneer een wolvin werpt er een hond onder haar welpen is, die door de moeder wordt gedood, wijl hij anders, wanneer hij grooter werd, de andere kleinen zou verscheuren. Geef een menschelijk gezicht aan dien hond, 't jong eener wolvin, en men zal Javert hebben.
Hij staat eral, Daar! Schrik slaat hem om 't hart, ontroerd; In de bedstee iets zachtkens roert. Leeft hier nog iets, al is 't niet veel? Daar springt hem voorbij en loopt naar de deel, De wolvin, de wolvin in wilde draf In de bedstee wierp ze de welpen af.
Zulke afrosserijen liepen nooit ongunstig voor me af. Dan was er iets in me van een leeuw, die zijn welpen verdedigt. Een drift, die geen gevaren telt, geen gevaren ziet, die voor niets terugdeinst en daardoor onoverwinnelijk is. Ha, ik zou ze kapot geslagen hebben. En omdat ze dat zagen, en omdat ze dat voelden, daarom deinsden zij terug.
Hier is de kuil, en dit, dit is de vlierboom. Zoekt, heeren, of gij ook den jager vindt, Die Bassianus hier vermoorden moest. AARON. En, beste vorst, hier is de zak met goud. Twee van uw welpen, honden, heet op bloed, Beroofden hier mijn broeder van het leven. Sleept, mannen, uit den kuil hen naar den kerker; Sluit daar hen op, tot wij voor hen een martling, Nog nooit vernomen, hebben uitgedacht.
Voor de schoonste bekoorlijkheden van de vrouw volgens Oostersche begrippen heeft de dichter slechts deze eene vergelijking: zij komen hem voor "als twee welpen, tweelingen eener Ree, die onder de leliën weiden."
De tederheid van vaderlijke zorgen, De moederlijke zucht was dit Geslacht verborgen; En, opgegroeid in 't woud, by berg- en boschgedrocht, Was menschlijkheid hun vreemd en menschelijke tocht: Verworpen bastaartkroost, met de intreê van het leven Uit schaamte of wederwil 't verderf ten prooi gegeven, Maar dat van wolf en beer, bewogen door 't gehuil, De speen gezoogd had met de welpen in hun kuil, Tot dat ze in rijper kracht, by wie zy deernis vonden, Vermoordden, en verwoed hun voedsters zelfs verslonden; En, vijand even zeer aan alles wat bestaat, Niet leefden dan van roof, en moord, en gruweldaad.
Toen de oude koopman mij te zien kreeg, begon hij lont te ruiken en dreigde hij mij met ernstige gevolgen voor mijne handeling. Ik toonde hem mijne volmacht en vroeg hem of dit papier soms »waarde" voor hem had. Toen ik elk deel van het huis behoorlijk had doen doorzoeken, trok ik af, de twee jonge welpen half dood van den schrik achterlatende.
Wanneer iemand in dit oogenblik binnengetreden was, met het doel haar van het kind te scheiden, dan zou zij het met de verwoedheid van een wild dier, waaraan men zijne welpen ontnemen wil, verdedigd hebben. »Wat is er toch, goede Zermah?" vroeg het kind. »Niets... niets!" prevelde de arme vrouw. »Jawel, er scheelt u iets. Kom zeg het mij, wat is het?" »Neen, niets Dy, niets!" »En mama..."
Toen deze op tweehonderd passen gekomen was van het doel, dat hem aangewezen was, herkende hij met welk schrikkelijk mierennest hij te doen had. Er waren daar een kolossale leeuw met zijne leeuwin en drie welpen, die in elkaar gerold op den grond lagen als katten, en gerust in de zon sliepen.
In den zomer hield hij zich onledig met de berenjacht, wanneer dat dier, door zijn welpen gevolgd, zijn voedsel van versch gras op de hoogvlakten komt zoeken, en de jager verplicht is, zijne prooi op een hoogte van duizend of twaalfhonderd voet te gaan opzoeken en vervolgen. Die jacht was een kolfje naar zijne hand.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek