Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
Jans leî den brief op tafel en draaide, drukkend, er haar wijsvinger half op om, als wilde zij den brief beletten wech te vliegen, en, zich omkeerende om heen te gaan, zag zij, van onder den strengen boog van haar kornet, nog met twee zorgzaam-ernstige blikken naar den brief, zeggende: Die brief is gekomme, mefrouw.
De bladeren en takken verstijfden en klonken zich samen, schoten op in een vaart tot zwarte torens en zij bogen zich schuins, om neêr te storten op Mathilde en op het huis. Maar de grauwe zee raasde voort, hooger klimmend, woester stroomend. De boomen vielen er in wech, verdronken, en steigerden als reuzige zwarte golven, hemelhoog er weêr uit op. Mathilde zag naar boven, zag op zij.
Dat seldi segghen den ridder goet; Ende dat die valcke die daer quam, Ene bloeme van dier gheerden nam, Ende alle die andere liet hi staen. Sine vlercken ghinc hi van hem slaen Ende vlooch wech met haesten groot: Dit seldi segghen den edelen ghenoot.
Er kwamen wel eens heeren vader spreken en dan zeî hij aan Mathilde van wech te gaan; dit vernederde haar altijd erg, en zoo meer. Jozef daarentegen had ook b.v. belang gesteld in haar eerste zelfgekozen toiletjes, de eerste uitingen van haar aanstaande jonge-meisjes-ijdelheid had hij met ontzaglijk veel plezier begroet en ze aangemoedigd.
Mathilde at bijna niet; de boel was al weêr wechgenomen, toen zij nog aan Ster zat te denken, hoe hij daar geweest was, sprekend van Jozef uit zijn dikke gezicht, hoe er nu een vragende leêgte was boven de stoel, waar zijn romp op gestaan had, en hoe hij zich bewogen had, wech, wech, in de kleuren.
Marie ging weêr wech, haar hoofd en rug in gloei-geel, haar rokken krul-wapperend om de bruine kuiten, een korte, als vertikaal in den grond het onderste boven tegen haar voeten aanloopende schaduw onder haar hielden. Felix verzette de schaaltjes, trok aan een lapje rookvleesch.
Had zij Jozef niet lief, meer dan alles wat zij hoorde en zag en ondervond, meer dan haar leven-zelf? Maar zij voelde zoo iets, als was zij nu pas bezig het groote bewijs van haar liefde te geven, als zoû dat wezentje, dat, zonder haar wil, zonder haar toestemming maar toch door haar werd gemaakt, de levende getuigenis er van zijn, dat zij zich voor altijd aan hem had wech gegeven.
In het naderend uitsteken van zijn handen vroeg hij: Beê-je niet wel? Wat scheelt je? Wat is er? Zij zeide Och nee, 't is al weêr over, dat heb ik tusschenbeye tegenwoordig, ik weet niet wat het is. Zijn lippen zoenden, de zoen gleed wech van haar rillende wang.
En de dag werd haar onttrokken, sloop heen in de droeve vijandige duisternis. De laatste stralen harer mijmering droomden als wazige donkere strepen uit haar oogen wech. Zij bleef met ongebroken blikken staren op dezelfde plek aan den wand voor haar uit, als was de dag daarin opgegaan, als wilde zij hem weêr te-rugwenken naar zich toe of hem volgen in zijn vlucht door de onmetelijke duisternis.
Het genieten van de zaligheid der vereeniging met God "is wilt ende woeste, alse een verdolen; want daer en is wise, noch wech, noch pat, noch zate, noch mate."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek