Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 oktober 2025


Die kent geen bloemen en geen licht, Die geeft alleen mag 't zijn de rust, Als hij geveld heeft met zijn zicht Al harte'-en oogenlust. IV. Verzen uit het Boek "Van Later Dagen". Aan mijn vrouw en Willem. Uw schoon-ontloken jeugd doet me altijd denken Aan wilgeboomen op den waterkant, Waar de natuur haar weeldrigst heeft geplant Van bloemen, frisscher dan zij iets kan schenken.

Wat zaagt gij, toen het zwaard in het water viel?" Bedivere aarzelde een oogenblik, toen sprak hij: "Heer, gij spant uwe verwachtingen te hoog. Ik heb niets gezien dan het wuiven der rietpluimen langs den waterkant en niets gehoord dan het ruischen van den avondwind door de boomen." Ongeduldig bewoog de gewonde zich heen en weer. "Gij hebt mij opnieuw bedrogen," riep hij uit!

Zoodra ik mij dus aan boord ingericht had, schreef ik een brief aan mijne vriendin, haar verzoekende in Portsmouth te komen en in een hotel, aan den waterkant, haar intrek te nemen, mij voorstellende haar zoo spoedig mogelijk te bezoeken. De moeielijkheid was nu, hoe van boord te komen.

Niets is voor zijn leven gevaarlijker dan het stijgen van het water in een stroom, die in de nabijheid van zijn standplaats vloeit. Als hij aan den waterkant staat, blijft hij onbeweeglijk op hetzelfde punt, kijkt, zonder den blik er af te wenden in het water, totdat zijne veeren doornat zijn; hierdoor vermeerdert zijn gewicht zoozeer dat hij niet meer opvliegen kan.

Ik volgde hem op eenigen afstand, doch hij verdween in een wijnhuis; daarom keerde ik naar de werf terug en toevallig een mijner jongens onderweg ontmoetende, plaatste ik hem als schildwacht tegenover de boot. Als zij afvaren, moet hij aan den waterkant staan, en ons met zijn zakdoek toewuiven.

Wij jagen hem langen tijd na zonder hem te kunnen inhalen. Hij zal de prooi worden van een jaguar of van honger sterven. Nauwelijks zijn wij honderd el van den oever verwijderd, of Toutou verschijnt en staat aan den waterkant te huilen. Het is te laat. Een goede hond zou ons nazwemmen: Toutou gaat niet te water en blijft achter.

Het zijn altijd dezelfde regelmatige krommingen; dezelfde reigers en ooievaars; dezelfde zwarte ibissen, met deftige afgemeten stappen langs den zandigen oevers op en neer wandelende. Vlak langs den waterkant zitten zwermen van groote meeuwen op eene rij naast elkander, in de nabijheid van krokodillen, die in de zon liggen te slapen.

"Wat zeg je daar, tien gulden? 't Is een schandaal; je wilt zeker weer snoepen, ?" "Wil je er een dozijntje van maken, des te beter; dan los ik mijn oorbellen, die nog achter de schuine deur staan." "Jou oorbellen! Zeker net zoo gekregen als dat speldje?" "Je begint me te vervelen met je aardigheden. Kobus! Kobus! loop niet zoo aan den waterkant. Hier zijn we aan de Prinsensluis.

Trouwens, als in bijna alle steden langs de rivieren, vindt men ook te Namen eene eigenaardige bevolking, die, naar het schijnt, niets anders te doen heeft dan langs den waterkant te drentelen, naar de rivier en naar de lucht te kijken, of uren achtereen, de bewegingen gade te slaan van een dobber, dansende op de golfjes.

Eens kwamen eenige Dajaks mij vertellen, dat een Majas den vorigen dag een van hunne kameraads bijna gedood had. Eenige mijlen stroomafwaarts staat aan den oever het huis van een Dajak; de bewoners zagen een grooten Orang-Oetan, die zich aan de jonge spruiten van een palm aan den waterkant te goed deed.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek