Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


»Onderscheiden! houd ik vol, want al waren er twintig dames tegenwoordig geweest, allen mooier en jonger dan gij zijt, toch zou ik na die woorden met u gesproken te hebben, tot mij zelven hebben gezegd: »Ziedaar nu de vrouw bij uitnemendheid, geene wandelende uitstalling van modemaaksterswaren, geene vrouw, die uren lang met zelfbehagen voor den spiegel zit, maar die in allen eenvoud een passend gewaad heeft aangetrokken en die zelf niet weet hoe lief het haar staat, hoezeer het hare edele gestalte, hare ernstige zwaarmoedige schoonheid doet uitkomen; hoezeer zij den indruk geeft van stille, vrouwelijke waardigheid, die een man verlokken zou, ondanks zijne verstandigste voornemens....""

Om nu tot mijn boek terug te keeren: 't is 'n werk dat ik sedert den leeftijd, waarin ik tot literair bewustzijn ben gekomen, sedert mijn 17de of 18de jaar in mij heb gedragen.... 't Is waar: toen had het 'n anderen vorm: 't Was toen "de Verzoeking van den H. Antonius". Van mijn prilste jeugd dacht ik daar al aan, en in den loop der jaren heb 'k sommige passages daarvan ook al geschreven.... Maar ik kost niet klaar geraken ... 't was voor mij ondoenlijk alles saâm te dringen in 't kader van mijn verhaal.... Maar ik wachtte rustig, en eens in '97 'k was pas getrouwd, daarom herinner ik 't mij zoo goed zat ik in mijn hof en 'k las Goethe ... en 't werd mij opeens duidelijk dat de Legende van "De Wandelende Jood" geschikt zou zijn om alles te bevatten wat ik wilde zeggen.... Dat schoot mij te binnen, en die zelfden dag heb ik 't heele plan met alle symbolen en allegories uitgewerkt.

Behalve dat de eigenaars van de winkeltjes elken voorbijganger nopen tot staanblijven om zijne waren te bezien, "kijken kost niets" hoort men in alle talen en in alle toonaarden telkens opnieuw zich toeroepen, maar ook de vele wandelende winkeliers, mannen, behangen met een heelen winkelinhoud, sporen je telkens aan hetgeen zij te koop aanbieden te bezien en iets van hen te koopen.

De leuning is met wingerdbladen doorwerkt, waarover een dik en bochtig touw is heengeworpen, op 't bedriegelijkst uit hout gesneden. Het klankbord boven den stoel is met fraai lofwerk versierd en draagt een toren met verscheidene omgangen, waarop kleine beeldjes zich als wandelende vertoonen.

Op zekeren dag, dat hij te Marseille langs de haven wandelende, verzeld door verscheidene Offiçieren en de voornaamste Edellieden van de stad, zag hij een Matroos van zijn kennis, onder de menigte, uitgelokt door de begeerte om hem te zien; deze uit een soort van verlegenheid zich naauwelijks durvende vertoonen, treedt Paul naar hem toe, en spreekt hem vriendelijk aan, zeggende: "Waarom ontwijkt gij mij? denkt gij dat de voorspoed mij mijne oude vrienden doet vergeten?"

Langs de haven wandelende, zag ik, dat men daar bezig was, om met een werktuig, dat ik mij niet herinner van bij ons gezien te hebben, het slijk uittebaggeren; dit werktuig bestond uit twee groote baggerhaken, ten naasten bij zoo als die in het klein zijn, waar onzer baggerlieden mede arbeiden, zij worden door windassen, die bewogen worden door lieden, die in een rad loopen, bestuurd, zoo dat de eene telkens naar beneden, en de andere naar boven gaat; de scheppers van deze baggerhaken zijn van onderen met een klep, die met een klink sluit; deze klep opent men door middel van een haak, en loost zoo den modder in een schuit, die 'er onder ligt.

Op een ander beeldwerk is de koning wandelende voorgesteld, met een langen staf of schepter in de hand en gevolgd door twee dienaren, die een waaier van vederen en een zonnescherm dragen: twee onmisbare zaken in een land, waar de zon zoo fel branden kan als in Perzië.

Vol verlangen naar eene edeler bestemming, achtte hij zich weinig geschikt voor het beroep van kunstenmaker en niet zelden was het hem gebeurd dat hij zich inwendig schaamde over de toejuichingen, die hem op pleinen en markten om zijne groote behendigheid ten deel vielen. Op zekeren avond met Sergius wandelende, maakte hij dezen deelgenoot van al zijne wenschen en van zijn heimelijk verdriet.

Passepartout vond het zeer dwaas, al wist hij ook niet waarom. Toen hij geschoren was, begaf hij zich aan boord van de Carnatic en daar vond hij den heer Fix heen en weer wandelende op het dek. Op zich zelf had dit niets vreemds, maar op het gelaat van den inspecteur waren duidelijke sporen van groote teleurstelling merkbaar.

"Helaas!" dacht hij, "wanneer de Wandelende Jood ze gedragen had, zouden ze in geen deerniswaardiger toestand kunnen zijn. En toch zijn ze door het naloopen van Marie zoo versleten .... Ga verder, mijnheer Benoît." "Ik zeide dus zestig francs," herhaalde deze. "Verder geleend zeven-en-twintig francs." "Wacht even, mijnheer Benoît.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek