Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 oktober 2025


Ik zal echter nog veel goeds in de Waereld doen, als ik maar grypen en vangen kan; want zo maar het leven, dat God de Heer my geeft, met geld winnen en boekhouden te verpierewaaijen, dat was nooit te verantwoorden: Me dunkt, dat het er schraaltjes moet uitzien, als een Christen mensch in den Oordeelsdag evel niets kan opnemen, dat zo iets de pyne waart is, zo als onze meeste ryke luidjes toch doen.

Ik zal haar volkomen haar eigen keuze laten doen; en, zo de jongen haar verdient te hebben, zal hy haar hebben, al had hy geen zesthalf in de waereld; maar zo zy dwaas genoeg was, om een knaap te willen hebben, dat een vlegel, of een bobbekop is, of die haar dood zou kniezen, of tot gekheden brengen: Verduivelt! dan zal myn naam geen Abraham Blankaart zyn, zo ik het ooit toesta.

'k Heb de echte waereld nu bespied, Maar die ik droomde, ging te niet. Een bleef getrouw tot op dit uur, Al heur beloften hield Natuur! Want immer schittert voor mijn oog Het groene veld, de blauwe boog, Zoo jong, zoo vol van heerlijkheên, Als eer mijn eigen lent verdween!

De Meid heeft een Keistenen hart, geheel voor de Waereld; en zo lang ik zoo met dat lastig Zeeschip getobt en gewroet hebbe, ben ik zo van myn hart afgeweest. 't Is of de Zegen uit myn huis is. Ja, ik heb van haar kwaad humeur veel verdragen; maar ze is weg gevlugt.

Nu schei ik uit, en ben Broeder Lichtmis! Razent, woedent, helsch kwaadaartig over myne mislukte onderneming! In myne eigen strikken gevangen! Maar wie kon denken, dat er een Burger- meisje in de waereld was, die een man, zo als ik ben, tegenstand zou bieden? Wat moet ik denken; zou er waaragtig zo iets zyn, dat deugd genaamt wordt? Ei, wisjewasjes!

Dat's er éen, dat's er een, Ter waereld schoonder geen, Dat yder moet belijen. Ontgin hem maar eens, heen en weêr, En denk dat uit een anders leêr, Goed riemen is te snijen. Jan de Regt. Het was op den volgenden morgen, dat, omstreeks acht uren, de plechtige overdracht van den Hofbeer, door die van Utrecht aan den Hove van Holland geschieden zou.

Hadt zy wat minder zucht om de Waereld te zien; doch dit, beken ik, is vry sterk. Zo dat, myn Heer, ik zegen het uur, waar in deeze lieve juffrouw by my gekomen is: de vermindering van mynen staat heeft moeten dienen, om my dat geluk te bezorgen: moet ik des niet vergenoegt zyn in die minderheid."

Want deze leelijke waereld is een bange droom het getaste en geziene is schim en ijdelheid, maar de schoonheid staat er midden doorheen waarachtiglijk, op deeze plaatsen, waar wij zijn, bestaan weezenlijker dingen. Wat is het dan toch dat spreekt? Van waar die stemmen? Hoor ik er niet die elkander vragen en elkander antwoorden?

zoon van een volk van blijde, wijze kind'ren, die in bedachtsaam en gerust bestaan, met fijnen glimlach zien Gods wond'ren aan en niemand in zijn lucht gepeins verhind'ren. Bestemd voor zulk een waereld, zulke volken, waar men den nooit-gezienen groet als vrind en d'eigen ziel in elk weerspiegeld vindt werd gij geworpen in de neevelkolken

Hij treedt haar toe, heft stamelend de handen, beroert de bloemen die zij draagt, haar kleed... en zwijmt doodsbleek, geslaag'ne voor altoos. O meester, zag ik met mijn geest de bron des ongelijkbren liefdestrooms, wiens vloeden na eeuwen nog een dorre waereld voeden, die zulke weelde zelf niet baren kon?

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek