Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Ik zal haar volkomen haar eigen keuze laten doen; en, zo de jongen haar verdient te hebben, zal hy haar hebben, al had hy geen zesthalf in de waereld; maar zo zy dwaas genoeg was, om een knaap te willen hebben, dat een vlegel, of een bobbekop is, of die haar dood zou kniezen, of tot gekheden brengen: Verduivelt! dan zal myn naam geen Abraham Blankaart zyn, zo ik het ooit toesta.
Ik heb goud om mijn leven te betalen, doch eer ik toesta, dat één vendel het legerkamp voor Haarlem verlaat, kunt gij mij neerstooten!" is het vastbesloten antwoord van Alva. "Vermoord mij, als gij wilt, doch niemand zal zeggen, dat Don Fernando de Toledo, om zijn leven te redden, de trouw aan zijn vorst heeft geschonden." "Laat men hun dan wat proviand mogen toevoeren!" smeekt Guy nu. "Neen!"
Klement keek vol verwachting naar den dwerg, maar die verroerde zich niet. "Je zult het goed hebben," zei Klement. "Ik zal elken dag eten voor je buiten zetten, en ik denk, dat je hier zooveel te doen zult krijgen, dat de tijd je niet lang vallen zal. Maar je moogt nergens anders heengaan, vóór ik je dat toesta. We zullen een teeken afspreken.
HERODES: Ik wil niet dat hij dat doet. Ik verbied hem dat te doen. Ik sta niemand toe de dooden op te wekken. Zoekt dezen mensch op en zegt hem dat ik hem niet toesta de dooden op te wekken. Waar is deze mensch op het oogenblik? TWEEDE NAZARE
Er is maar één wil, dien wij mògen en moèten hebben: de wil om hem te dienen: het Goede!... Ik hoef het u niet te zeggen, u weet het zelf wel, dat wij beiden vurig, vurig hopen en verlangen u beiden weer te mogen zien op Semarang of ergens anders. Vurig verlangen en hopen wij dat, liefste, maar er vast op rekenen doen we niet. Wij hopen en bidden maar, dat God ons die vreugde toesta!...
Ik kan de jongens in elkaar buigen, zeg ik u, en dan stop ik ze in den zak; daar maken wij geen komplimenten mee! Daar zitten ze dan en mogen er niet uit, voordat ik het hun toesta. Maar daar hebben we een van hen.» Het was de noordenwind, die met een ijzige koude binnentrad; groote hagelsteenen kletterden op den grond neer, en sneeuwvlokken dwarrelden in de rondte.
"Ga zitten; ik moet met u spreken," zeide hij en drukte de portefeuille zoo vast onder den arm, dat de schouder omhoog kwam. Zij zag hem verrast en bevreesd aan. "Ik heb u gezegd, dat ik u niet toesta uw minnaar hier te ontvangen." "Ik moest hem zien om...." Zij hield op, omdat zij geen reden wist te vinden. "Ik wil de bizonderheden niet weten, waarom een vrouw haar minnaar moet zien."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek