Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


Waer op in effecte by sijne Hoogheydt is geantwoordt, dat dese sake den Gerechte raekte, ende geensins den Out-raed, wiens authoriteyt sy hier te vergeefs pretexeerden.

Si es op ene ander vaert, Si mint seker enen jonghen man. De kersten coninc: Bi den vader die mi ghewan! Robbrecht neve, wistic dat, Haer en soude ghehulpen bede no scat, Ic en soudse doeden, dat felle wijf! Robbrecht: Oem, daer settic vore mijn lijf, Dat ic u segghe, en eest niet waer. Ic hebt gheweten over menech jaer, Dat si u niet en es van herten vrient.

Want, dat hy niet goed gevonden hadt haer alleen te hooren, alsoo hy haer kende voor sulcke luyden, die ontkennen dorsten, het gene hy wist waer te sijn. Waer by is gevoeght, door een van de Commissarisen, dat sy gene de alderminste last hadden, om eenige jurisdike actie daer te plegen, maer alleen daer gekomen te sijn, als by sijne Hoogheydt alrede was geseyt.

Waer by naderhant koomt de beschrijvinghe van een bedaeght mans liefde: met een tusschen-val, vervatende het krackeel van de Doot met de Liefde. Volgt by dese gelegentheyt een ondersoeck,

"Waer omme den Friesen schaedelicker was vrede, dan aenvechtinge van vreemde heeren: want zij in tyde des vredes meer bloedt storten onder malcanderen, dan als sy eendrachtelick die wtlandtsche vianden teghen stonden," zegt WORP VAN THABOR, Kronyk, IV 5. Der Friezen verdediging van hunne Vrijheid tegen de aanvallen van de Bisschoppen van Utrecht en de Graven van Holland.

Vragen bijden gouverneur van Nangasackij 't onser eerste aancomste ons afgevraeght ende bij ons ondergenoemt als onder ider vrage staet daer op geantwoort. Eerstelijck wat voor volcq wij waren ende waer wij van daen quamen. Antwoort: dat wij Hollanders waren en van Coree quamen. Hoe wij daer gecomen waren, en met wat schip.

Droogmaking op droogmaking volgde elkander op. Bij de meeste dier ondernemingen was Leeghwater door raad of daad behulpzaam; vooral was hij werkzaam bij het bedijken van de nu bloeijende Beemster, waarbij hij was aangesteld, om, zoo als hij zegt: »waer te nemen het fabrijken en stellen van de watermolens."

Naar Bleyswijck, de geschiedschrijver van Delft, verhaalt, werd op deze plek in 1595 in het midden van het plein gemaakt: "een ronde Perck, in welckers middel-punt is een Compas van blauwe steen, waer boven het wapen van de Provincie en onder van de Stadt uyt straet-steenen gefigureert zijn, doch meerendeels nu versleten en vergaen, maer tusschen de twee cirkels rondt-om-lopende leest men met groote letteren noch seer bescheydenlyck dese woorden, "Elck wandel in Godts weghen", vermaens-gewijs alludeerende op de wandel- en handelaers, die de Marct betreden". Van dit alles is thans alleen het randschrift nog over, en te midden daarvan verheft zich het standbeeld.

"Men heeft u een kool gestoofd," zeide Tante: "maar het schijnt met een goed oogmerk te zijn geschied." "Ja! dat mag wel zoo!" zeide hij; "in dat geval. Maer is het waer, dat zij het huisje, waar Czaar Peter te Zaandam in 'ewoond heit, niet meer verhuren, maar laten het leeg staan?" "Wel natuurlijk," zeide Tante.

Maiombe liet het kint verscheyde dingen leeren, Waer mede dat het mocht syn teere jeught vereeren*, Eerst singen na de kunst, oock springen op de maet, 35 En wat na 's lants gebruyck een vrijster* geestigh staet.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek