Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
"Alsoo Adriaen Gerritsz. ... ons verthoont heeft, dat hy Suppliant 't sijnen koste hadde doen translateren het Boeck genaemt het leven van Alexander de Groote, beschreven in het Latijn door Quintum Curtium, ende dat hy Suppliant het voorschreve Boeck van meyninge ware eensdeels om sijn verschoten penningen wederom te proffijteren, ende tot gherief van een yegelijcken te Drucken ende uyt te geven, als wesende bequaem omme te lesen ende te gebruycken; dan vresende dat een ander het selve terstondt soude moghen komen na te Drucken, 't welck tot sijne schade ende bederf soude redunderen..." etc. .
Maer hy dunckt sich selfs te blosen Als de morgenstondsche roosen, Zedert hy den wederslagh Van haer oogh in 't sijne sagh. Soo verlicht der Sonnen-luyster Aller wegen alle duyster, Soo is heel den Hemel schoon Om het bij-zijn van de Goôn.
Welcke, alsoose te vooren in sich selven ingesien, van politique macht ende auctoriteyt waren gedestitueert, soo heeft Justinianus die, d'allerste, daer by gedaen gevende haer de auctoriteyt, die sijne andre wetten hadden, als men sien kan in sijn Novella 131. Het welck dan is geweest het begin van het jus Canonicum.
Ik heb dat wel geleert, dat voor desen aen den Souverain het recht van legitimeren plagh toe te komen, maer niet aen eenigh subaltern gerecht, altijdt niemand en souw voor desen sulx hebben derven sustineren, maer onwettige actien en valsche positien voor wettige ende ware te verklaren, en weet ik niet dat oyt voor desen eenig Souverain heeft gedaen, of oock sijne maght misbruykende, in het toekomende sal willen doen.
Zoo mocht dan volgens gereformeerd inzicht geen huwelijk plaats hebben van een man met »sijns broeders wijfs dochter, dewelke is sijne betroude nichte«, ook niet van een man met de nicht van de vrouw, met wie hij geboeleerd heeft. Het is eigenaardig, dat eene Groningsche synode van 1613 huwelijken tusschen neef en nicht afkeurt, omdat de vriendschap tot andere geslachten moet worden uitgebreid.
Waer na de Burgemeester Muys sijne welspreeckentheydt heeft getoont, ende heeft die vrienden aengesproocken met de volgende Mannen Deeckens,
In hoeverre nu Ammersode, dat, blijkends Schotels onderzoek, den tweeden zoon, Walraven, »aenbestorven ende toegeleeghen was van doode Gerits sijnen vader," nu nog door den oudsten, Johan, op hem verlijd moest worden, is duister; maar in elk geval zijn de stukken daarvan nog voor handen, en de bepalingen der broederdeeling, van 20 Januari 1457, worden bevestigd door den leenbrief van acht dagen later, waarby Johan van Walraven »beleent ende verlijt die leenweer mit allen rechts ende toezeggens, dat hij gehadt heeft oft hebben mochte aen dat slot tot Amersoyen metter heerlijcheyt, leenmannen, renten, gueden, bezegelde brieven ende allen zijnen toebehoiren, nyet daer van vuytgescheyden, te houden tot eenen rechten onversterffelijken erffleen, met al dusdanige voorwaarden, oft saecke waer dat Walraven voirs ofte sijne kinderen storven, sonder wettelijcke blijvende geboorte after hem te laten, dat Godt verhueden wil, soo sal dese voirs. heerlijcheit mit allen horen toebehoiren voirs. wederom besterven aen Jan voirs. oft sijnen rechten leenvolgeren, in der tijt, in levende lijve wesende."
Dit nu in effect zijnde het gene de Keiser verstaen heeft, gaet nu heen, segt dat het inquireren een regael is, datmen 't niet mach excerceren sonder expresse commissie, dat sijne Hoogheyd de nominatie niet mach voor onwettig verclaren, ende diergelijke moye dingen meer. Maer siet eens of al dit getuyt niet en komt te vervallen door dese eene Wet van Constantinus alleen.
Ende daerom neemt Pompejanus sijn recours tot den Keiser, gelijk sijne Stadhouwers, in alle voorvallende swarigheid, gewoon zijn geweest te doen: ende sulx soo geeft hy hem te kennen, hoe 't met die saek gelegen was.
Ende soo jemand hier souw willen inbrengen andre munt, al droegse het Keisers beelt, dat men hem nieten admittere, maer weer omsende. Ende wil hy daer tegen inbinden, dat Snatersnel, geassisteert met hare suster, niet op en houwe hem alsoo te bejegenen, dat men sijne rede soo weynigh sal komen in achtinge nemen, als men kan doen het gesangh vande nachtegael, onder het geschreeuw van de esels.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek