Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


In hun ijzeren vuisten gekneld hadden ze hem geblinddoekt, langs allerlei sluipwegen gevoerd, hem midden in 't bosch van al zijn bezittingen beroofd, ook van het geld voor zijn boodschap, en tenslotte vastgebonden. Stellig zouden ze hem den volgenden dag onder een woesten krijgsdans verbrand hebben, als ik hem niet tijdig had gered. In de handen van welk opperhoofd hij gevallen was?

Zoo gaarne zou hij Moeder die versnapering hebben aangeboden, en nu waren zij gestolen. "'t Is gemeen!" riep hij met gebalde vuisten, "'t Is slecht, maar ik zal...." Doch plotseling zweeg hij, en het schaamrood bedekte hem de kaken. "Ik heb het zelf ook gedaan," mompelde hij. "Ik ben even slecht als zij, ik ben ook een dief, een leelijke dief!

"En als wij dat gedaan hadden?" "Als gij dat gedaan hadt, dan zoudt gij verdienen..." "Wat dan, heer ingenieur?" "Dat gij uwen brief over boord nagezonden wordt!" "Welnu, werp ons dan over boord; want..." "Want?..." "Want wij hebben het gedaan!" riep Uncle Prudent uit. Robur trad met gebalde vuisten op de beide Amerikanen toe.

Zij beet den bedelaar in de vingers, krabde hem in 't gezicht en schreeuwde als een wanhopende. Daar kwam iemand langs den weg aanrijden. "Voor den duivel! Wie schreeuwt daar zoo?" vroeg een barsche stem. "Ik wil weten, wat hij met mijn slee en mijn zak met meel gedaan heeft," jammerde het kind en sloeg den bedelaar met de gebalde vuisten op de borst. "Krabbel jij een doodgevroren man?

Het was ongeveer zeven uur en nog zoowat schemerdonker, toen Elsje gewekt werd door een gebons tegen haar deur, dat door twee kleine, stevige vuisten werd veroorzaakt. "Elsje, Elsje, opstaan, opstaan!" riep Evert's kinderstemmetje zoo luid, dat Elsje al heel vast zou hebben moeten slapen, als zij niet reeds door het vuistenbombardement wakker geworden was. Met een zucht richtte zij zich op.

Denk je, dat ik je zou laten varen om hun kleine wetjes, en hun kleine verbodjes, en hun roode waarschuwingsbordjes, jawel! en van jòu wegblijven?" "Ja. Maar toch, wat kunnen ze ons doen?" "Je bedoelt", zeide hij, "wat wij moeten doen?" "Ja." "Wij? wij gaan onzen gang." "Maar als ze ons dat nu eens willen beletten?" Hij balde de vuisten.

De storm loeit door den hollen bouwval gierend Beukt hij en brokt, met vuisten reuzensterk, En golft door ’t riet in ’t water, dat hij, tierend, Opzwalpt en neêrklotst met zijn stalen vlerk; Dan, woester woede nog de toomen vierend, Schiet hij de zwarte wolken in van ’t zwerk, En wringt ze saâm, ze met zich mede-slierend Langs ’t aangezicht der maan, waar ’t vale merk Der angst op ijst.

Maar toen men wilde voortgaan, verhief zich een dreigend gemompel uit den volkshoop, die intusschen de poort had gevuld, en in een oogenblik waren onze vrienden omsingeld door een troep havelooze vagebonden, die de vuisten balden en woedende blikken op hen wierpen. Parbleu! mompelde de kapitein, dat ziet er gek uit; op mijn woord dat canaille is tot alles in staat.

En ze kijken allemaal naar hem. Maar als hij vecht als hij vecht God, dan staat de oude wilde Ier in hem op en zet zijn vuisten aan. Niet dat hij buiten zichzelf raakt. Dat moet je niet in je hoofd halen. In mijn besten tijd was ik nooit zoo kalm als hij. Ik geloof, dat 't mijn drift was, die al die ongelukken over me bracht. Maar hij is een ijsberg.

't Spelen is nog niet verplicht gesteld onder de dooden..." Er was een oogenblik stilte. "Komt u gewapend? Hoe gaat u vechten met de dooden?" "Met mijn vuisten," antwoordde de grootste van de twee. "Och, duivels, nu herinner ik me dat de dooden niet willen inzetten, als er meer dan een levende is. En we zijn met ons beiden..." "Werkelijk? Nu, ik wil niet weggaan."

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek