Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
«Ik ben geen slaaf, hatelijke vreemdeling» klonk het opeens uit Vertico's mond, terwijl hij dreigend opsprong en de kloeke vuisten balde. «Dat zullen wij zien!» riepen de soldaten en trokken hun zwaard uit de scheede.
Niet omdat hy alles begreep, nog minder omdat alles hem schoon voorkwam, maar de geheele zaak was hem te vreemd om niet z'n aandacht volkomen in beslag te nemen. Z'n wangen rustten op beide vuisten, en z'n elbogen op de leuning der bank vóór hem.
Het gevecht, of beter gezegd, het pak, duurde niet langer dan een kwartier, en de jonge bovenrolsgast legde daarbij zooveel handigheid aan den dag en maakte zoo'n uitmuntend gebruik van zijne vuisten, dat de ruwe kracht van zijn vijand dezen niets baatte, hij slechts verdedigender wijze kon te werk gaan, en blijde was zich in het logies terug te kunnen trekken, in koor uitgejouwd door al de adelborsten, waarbij ik zorgde niet achter te blijven.
De Kerels toonden de gebalde vuisten en deden de lucht onder hunne verontwaardigingskreten weergalmen; de poorters morden en schreeuwden, en wierpen de Tancmars scheldwoorden toe. Dan verscheen Rambold Tancmar voor de deur des kloosters en gebood zijnen wapenlieden deze grove, vermetele lieden met geweld uiteen te drijven. Het volk week morrend achteruit.
"Maar Robrecht," hernam de vader, "hebt gij geen medelijden met mij, met uw rampzalige zuster Philippa, met uw Vaderland, dat gij het enigste middel dat ons nog redden kan verwerpt?" Robrecht door pijn en woede aangedaan wrong zijn vuisten met onstuimige drift. "Wat eist gij nu, o heer en Vader," antwoordde hij, "dat een Fransman op mij als op een slaaf nederzie?
Het spettert, uit de wolken, vier en vlamme; kwade steenen, van rammelenden hagelslag, en bliksem, al met eenen, vergâren mij de reuzen in hun vuisten vol geweld, en ruien ze, onbermhertiglijk daarheen, in 't zonneveld. 't Is donker nu, 't is donkerder, nog donkerder!
Houd je maar taai!" riepen ze en begonnen onder het schreeuwen van: "Landkrabben!" ankersmidje te spelen. Hunne vuisten waren de voorhamers en de koppen van de "Landkrabben" de aanbeelden. Dat was een geklop en een getier van belang!
Over bangheid had hij wel eens hooren spreken; bij ondervinding wist hij echter niet wat dat was. Het kostte hem moeite genoeg zich bedaard te houden wanneer een godsdienstoefening, die hij leidde, door de overheid verstoord werd. Zijn vuisten waren even sterk als gewillig, wanneer "de Geest vaardig over hem werd," zooals hij dat noemde.
"Wanneer gij werkelijk hoofdman zijt, is dat volstrekt niet noodig. Maar ik merk, dat gij tijd wilt winnen, om de een of andere list te bedenken, zooals dat uw gewoonte is; doch geen list zal u tegen onze vuisten helpen." "Laat Old Firehand kalm spreken, zooals wij hem kalm antwoorden. Het betaamt den man niet, opvliegend te zijn. Wij zullen gaan overleggen, wat er zal moeten geschieden."
Diep in hem brandde de wraaklust en de zekerheid, dat hij Herbert als zijn daglooner kon krijgen, en dat hij hem kon laten slaven. Herbert was een knecht, en hij de meester! Dat wilde hij Johanna duidelijk maken. Hij balde zijn handen tot vuisten. Wanneer hij 't verlangde, kon hij Johanna tot vrouw vragen, en Herbert kon hij laten zwoegen voor hem en haar.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek