Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


In dat huis waren toen ook die vreeslijke dagen gekomen storm-dagen met grauwe kou waar hij zoo dikwijls aan denken moest.... Negen jaar was hij toen.... Papa was weer naar "het Zuiden" gegaan ... en, plotseling, was hij daar gestorven..., heel onverwacht-gauw en plotsling ... vèr-weg ... en heel alleen.... Hij had het eerst niet willen gelooven, herhalend, in huilend roepen, dat het niet waar was, dat het zoo in-eens niet kon, zoodat ze 't hem eindlijk hadden moeten laten lezen in een brief.... O! Hij wist het alles nog precies: hoe hij toen had liggen huilen op den grond in de voorkamer, z'n gezicht in den voet van 't gordijn, en 't gevoeld had als een vreeslijke wreedheid en schande, dat zij met hun drieën daar maar geleefd hadden, en gelachen zeker ook wel, terwijl z'n vader ver-weg, alleen, lag te sterven.... Hij had z'n moeder niet durven aanzien, want die was de ergste...; waarom was ze niet meegegaan?... en den vorigen dag nog had ze met tante Marie over papa gefluisterd op een oneerbiedige manier.... Maar zelf had hij toch ook veel schuld, want hij had immers zoo dikwijls in 't geheim verlangd, dat er eens wat gebeuren zou, iets groots, iets waardoor alles anders worden zou.... Daar was het nu!...

Hoe denk je er over? O, 't is ellendig en nog eens ellendig, om iemand vreeslijke pijnen te zien uitstaan en niet te weten, hoe dat lijden te verlichten; de toeschouwer lijdt eigenlijk meer dan de patiënt zelf. Ik heb aan veel ziekbedden gezeten, als kind zelfs reeds, en kan daarvan meepraten.

De musschen zongen geen hymne meer; zij piepten en vlogen in dwarrelende kringen en de moedigsten hunner pikten. Maar de groote spreeuwevlerken overfladderden de musschewiekjes en spreeuwen en musschen warrelden samen tot éene vreeslijke verwarring, tot een heroïschen strijd in de lucht tusschen de daken en onder de wolken, strijd naar welken de menschen keken. De menschen keken op uit de straten.

Men denkt aan dikke, roode heeren met gloeiende nekken, aan óver-welgedane pastoors en bisschoppen, met stralende gezichten om een reuzendisch gezeten, den vol-glanzenden beker in de hand. Men denkt ook aan het "pootje", aan 't vreeslijke, aan 't pijnlijke, aan 't pootje dat jammerend doet om water schreeuwen, na al dien overdaad van zwaren wijn.

Als men den dood voor oogen ziet, vertiendubbelen de krachten. Dries, reeds verdrietig over den ongelukkigen afloop van zijne jacht, werd woedend. De luipaard sloeg zijne scherpe klauwen in zijne schouders, en blikte hem eene seconde lang met oogen als vuurballen aan. De wijdgeopende muil liet de vreeslijke kegelvormige puntige tanden en de roode tong, die hem uit zijn bek hing, zien.

O, de vreeslijke Kar, de Schandekar, die een tooverkar was, o de vreeslijke Kar van Clarioen van Noordhumberland! In alle andere rijken der oude Koningen rondom was zij reeds afgeschaft, die Kar van schande en van marteling en nog deed Clarioen haar door de landen gaan! O, zoo de baroenen haar dorsten vernietigen, die Kar, die alleen leidde één onzinnige dwerg! Maar tooverië en magië waren sterker dan alle baroenen ter wereld en de Kar w

Die was eigenlijk voor volwassenen bedoeld, maar de twee kinderen uit Smaland zaten onder de toehoorders. Zij zelf rekenden zich niet onder de kinderen, en dat deden de andere eigenlijk ook niet. De spreker had verteld van die vreeslijke ziekte, die ieder jaar zooveel menschen in Zweden deed sterven, de tuberculose.

En 't was voor tante Olympe een donderend gebod. Ze had schoon te bidden heele reesems verduldige rozenkransen, ze had schoon de medehulp van Onze-lieve-Vrouwe in te roepen en de tusschenkomst van den heiligen Antoon, die in alle omstandigheden zoo braaf en genadig was geweest niets baatte. Onophoudelijk hoorde ze 't vreeslijke gebod. 's Nachts kon ze niet slapen.

Geen vlam, maar een eindeloos donkere walm. En daarom, wat we u bidden, speel niet met dat vuur, en doe er uw kind niet meê spelen. De macht van die vreeslijke vonk is zoo ontzettend. En opdat in die ure, die komt, uw ziel voor die vernieling gevrijwaard blijve, zoek omringd te worden door de wateren, die blusschen kunnen, nu nog in het heden der genade.

En het donderde en het weêrlichtte, of was het enkel het rollen der wolken en dringen der dreigende geesten en de sulfergloor van hun atmosfeer, die telkens hel op vlamde tusschen de dichter en dichter aankrullende dampen? Maar een vreeslijke stem, machtig, weêrklonk.... Heilige goden van Eleuzis! bad ik. Bewaar wie mij dierbaar is!!

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek