Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
»Raad maar eens, Charles, raad maar eens!" riep de Voortrekker op vroolijken toon. »Misschien is er een goudmijn ontdekt op één uwer plaatsen," meende Marling. »Een goudmijn," zeide de grijsaard met een minachtend gebaar, »een goudmijn! God schenkt mij overvloed wat geef ik om een goudmijn?"
Doch hij was nog niet uitgesproken, toen het sluimerende vuur weer begon te ontbranden, dat God had gelegd in het hart van den grijzen Voortrekker. Het scheen, alsof de oude man plotseling was geëlectriseerd.
»Kom jullie nog wel eens met de familie Williams in aanraking?" vraagde hij plotseling. »Ik heb sinds de laatste ontmoeting met Jack alle verbinding met de familie Williams afgesneden," zeide Jansen. »'t Is jammer," meende de Voortrekker teleurgesteld. »Ge vermoeit u met een hopelooze zaak," zeide Jansen, maar de grijsaard luisterde niet eens naar die woorden.
Doch toen de jonge Boer aan het einde was van zijn verhaal, fronste de oude Voortrekker even zijn wenkbrauwen en zeide: »Dat is wel een bewijs, dat gij onschuldig zijt, doch geen bewijs, dat Jack Williams de dader is. Gij gist en vermoedt het, en ik vermoed het ook, doch gissingen en vermoedens zijn geen bewijzen.
»Doe jij het woord!" zeide de Voortrekker. Frits Jansen voldeed aan de opdracht en deed zijn verhaal. Staande hoorde de kommandant hem aan. Nu en dan streek hij zijn zwarten baard met zijn groote handen, of trommelde met de vingers nadenkend op de tafel. Doch geen woord ontsnapte zijn lippen zelfs geen kreet van verbazing. De jongeling was nu aan het einde van zijn rapport en zweeg.
O nee! De vrouw van de Voortrekker, de teerhartige moeder, schoon daar zittend met hijgende boezem, heeft het reeds lang geleerd haar dierbaarste kleinoden, die schatten voor haar vrouwelik hart, op het altaar van plicht ten slachtoffer te wagen. Een diepe weemoed, een door God geheiligde ernst, schijnt op aller gelaat te rusten.
»Dat is de Achitofel van Kaapstad," barstte hij los, »maar de Heere zal den raad van dezen man vernietigen!" Maar Charles zeide hierop geen woord, uit eerbied voor de sneeuwwitte haren van den Voortrekker. Vier dagen vertoefde grootvader Kloppers bij de familie Marling.
De naam van Frits was niet meer over zijn lippen gekomen sinds dien vreeselijken morgen na den brand, doch uit eerbied voor zijn ouden oom antwoordde hij: »Ik ben er zeker van." »Hebt ge 't met je eigen oogen gezien?" vraagde de Voortrekker. Jansen schudde het hoofd. »Wie zijn dan de zegslui?" »Drie Kaffers, waarvan Eliëzer er een is," antwoordde Jansen. »Ik ken Eliëzer niet," meende Kloppers.
Met den ouden Staten-bijbel op een tafeltje voor zich, zat baas Kloppers te lezen in het priëel. Hij zag het paar naderen, en sloeg den bijbel bedachtzaam dicht. Mild en vriendelijk ontving hij den Engelschman. »Is dat nu de ijzeren Voortrekker van gisteren avond?" dacht Charles en hij verwonderde zich. Intusschen noodigde de grijsaard Marling uit, om op de andere bank plaats te nemen.
»De Heere handelt met ons in tegenheden," antwoordde zij, »en Zijne hand rust zwaar op ons." »Ik heb het gehoord," zeide hij, »en ik zie het." Hij staarde op de tot een hoop gelegde verkoolde balken en de door het vuur geblaakte boomen, die hun naakte verdorde takken omhoog staken. »Dit is nog niet het ergste," zuchtte moeder Jansen. »Ook dat weet ik," zeide de oude Voortrekker.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek