Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Dit is de eerste en eenvoudigste type der moskee, een voor allen toegankelijk bedehuis, waar de voorbijganger koelte en schaduw vindt, en de reiziger helder water om zijn dorst te lesschen en zich te reinigen, eer hij zich voor God nederbuigt. Naar dit model zijn de oudste moskeeën in Kaïro gebouwd, die van Amroe, van Hakem en van Toeloen.
Nu en dan, wanneer een soldaat, een officier of een volksvertegenwoordiger het waagde de eenzame straat te betreden, hoorde men een scherp, zacht gefluit, en de voorbijganger viel, òf gekwetst òf dood, of zoo hij ontkwam, zag men in een gesloten vensterluik, in de voegen van de steenen, in de kalk van een muur een kogel dringen. Soms een kartetskogel.
Zij herinnerde zich de woorden van den voorbijganger: Mooi, maar slecht gekleed de stem van een orakel, die langs haar gegaan en verdwenen was, na in haar hart een der beide kiemen te hebben gelegd, die later het geheele leven der vrouw zullen vervullen, de coquetterie. De liefde is de andere kiem. Met het geloof aan haar schoonheid, ontwikkelde zich in haar de gansche vrouwelijke ziel.
Onder het rijden door de stad is het mij soms gebeurd, dat mijn hand gevat en gekust werd door een voorbijganger, die als patiënt in het ziekenhuis had gelegen en zijn dankbaarheid op die manier wilde toonen. Een man moet al groote genegenheid en innige dankbaarheid voelen, om de hand van een vrouw te kussen; dus als dat eens gebeurde, voelde ik mij inderdaad zeer vereerd.
Pedro had zeker goede reden om zijn incognito te willen bewaren, want hij trok zijn dolk, dien hij den onvoorzichtigen voorbijganger in het hart stiet, en maakte zich ijlings uit de voeten. Ongelukkig had hij een bekende eigenaardigheid, zijn kniegewrichten kraakten als hij zich snel bewoog.
Is de zonnewijzer verdwenen, die vroeger den vermaarden boekwinkel der Blaeuen aan den voorbijganger in 't geheugen terugriep, nog altijd kondigt, iets verder op, schuins tegenover de Korenbeurs, een steen in den gevel met het opschrift: "de vierighe colom," het huis aan, waar in het eerste vierendeel der zeventiende eeuw, Jacob Aertsz. Calom en Pieter Aertsz.
Eenige jaren geleden poogde een voorbijganger aan de nasporing te ontsnappen, door een langen omweg over een naburigen berg te maken; maar deze Indiaan had toevallig zijn spoor ontdekt, en volgde dit den geheelen dag over droge en zeer steenachtige heuvels, totdat hij eindelijk zijne prooi inhaalde, die in een hollen weg verborgen zat.
En echter, niet minder dan of zij haar wreed hadden uitgescholden en ruw hadden bejegend, niet minder betrok bij zulke tooneelen dat gezigtje, 't welk slechts behoefde te zijn gezien om te worden gespaard: die kinders hadden hunne ouders gekend, zij wisten ten minste wie zij geweest waren, zij konden hunner in liefde gedenken. Zij, daarentegen!... En waarom ook zij niet? Voortreffelijke Hanna! eer de jaren der huwbaarheid aanbraken, waren de geheimen der kunnen haar ontsluijerd; maar niet door overprikkelde nieuwsgierigheid, niet door dartelen lust, niet door wulpschen zin. Smartende distels en weedoende doorns hadden haar die kennis ingescherpt. Onder de schepselen welke onze beschaving, onze zedelijkheid, ons christendom op de hoeken onzer straten en stegen duldt, onder die schepselen kon hare moeder schuilen, en wie weet, welk voorbijganger haar vader was? Voortreffelijke Hanna! herhaal ik. Vraag mij niet, hoe zij tot die waarlijk menschelijke, tot die echt kinderlijke, tot die vrome beschouwing van haren toestand en dien harer moeder gekomen was; maar in het Huis werd de bijbel gelezen, en het woord van Hem, wiens uitspraken licht en liefje zijn. Het woord: "Wie van u zonder zonde is, werpe den eersten steen op haar!" was balsem geweest voor haar gekrenkt gemoed; het bragt verzoening te weeg. En, zonderlinge zegen in strafheid, in miskenning, in onregtvaardigheid bedeeld! de verwijten, bij welke zij de onschuld harer gedachten had ingeboet, maar door wie zij tevens in de kennis met wapenen was toegerust zij behielden haar in de ure der verzoeking, toen zij dienstbare geworden was in eene aanzienlijke woning, en de verleiding haar aanlokte, niet slechts in den glans van goud, maar ook in den bloei der jeugd. Hare moeder stond haar voor den geest; hare moeder, die eens onbevlekt was geweest als zij; hare moeder, die misschien viel, dewijl ze niet gewaarschuwd was; hare moeder, die mogelijk op dat oogenblik een leven van zonde op een leger van smarte boette. Herinnerde deze zich harer, wenschte zij haar bij zich? O, de tranen, welke er langs Hanna's wangen vloten, dewijl ze haar in dien jammer niet bij konde staan, dewijl zij het kussen van de stervende niet zacht mogt schudden, dewijl ze haar niet zeggen mogt, hoe van harte zij vergaf, dat wieg en kreb, en bete en dronk, haar zoo hard, haar zoo karig gegund, haar zoo bitter waren geweest, dewijl ze haar niet goeden nacht mogt kussen en vergeving afsmeeken van Hem, wiens vergeving wij allen behoeven die tranen, dat haar vader ze hadde gezien! Handwerksman winkelier ambtenaar beursganger weledelgeborene of wat hij zij of was God slechts kent hem God slechts weet het hij had zich voor zijne onechte dochter geschaamd, en hare knieën aangegrepen, zoo als de schuldige het die des monarchs doet, wiens woord genade verleent. Ook ik zou wenschen, dat er voor den onmensch geen leven n
De bisschop had dit ijzerwerk doen wegnemen en de deur stond nu dag en nacht slechts op de klink. Ieder voorbijganger kon, hoe laat het ook was, ze openen. In den beginne had deze ongesloten deur de beide vrouwen zeer verontrust, maar de bisschop had haar gezegd, dat zij, zoo zij verkozen, haar deuren van grendels konden voorzien.
"De naam van de buurten staat op de hoeken der straten," zegt een medelijdend voorbijganger. Ja, hij staat er; maar 's nachts is 't zoogoed als stond hij er niet. Intusschen heeft onze wandelaar de klok van de Westerkerk halftwaalf hooren slaan: hij begint te vinden dat de Keizersgracht lang is: en hij is nog maar aan de Leidsche gracht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek