Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Mattia haastte zich om hem zoo beleefd mogelijk te antwoorden en hem mede te deelen wat Vitalis hem opgedragen had. O, is Vitalis in Parijs, antwoordde hij, wat wil hij van mij? Dat weet ik niet, hernam Mattia. Ik spreek niet tot jou, maar wel tot dien knaap. De padrone komt zoo straks, zeide ik, zonder hem de waarheid te durven vertellen: hij zal u zelf wel zeggen wat hij wenscht.
Hoe zou ik op dat plankje kunnen lezen en wat stond er op te lezen? Gij denkt over iets, zeide Vitalis lachend. Gij drijft den spot met mij. Volstrekt niet, beste jongen; spot is goed om een slecht karakter te verbeteren, maar men moet dien nooit tegenover onwetendheid aanwenden: dat zou een bewijs van eigen domheid wezen.
In de hut wachtte ons een nieuwe verrassing; terwijl wij afwezig waren, hadden de takken, die ik op het vuur had geworpen, vlam gevat en verlichtten tot de donkerste hoeken van de loods. Ik zag Joli-Coeur niet. Zijn dek lag voor het vuur, maar het was plat: de aap lag er niet onder. Ik riep hem; Vitalis riep hem ook; hij kwam niet te voorschijn. Wat was er van hem geworden?
Capi behoefde de letters niet op te noemen, zooals ik, daar hij niet spreken kon, maar wanneer onze blokjes op het gras uitgespreid lagen, dan moest hij met zijn poot de letters aanwijzen, die Vitalis opgaf.
Ik meende, dat werken bestond in den grond om te spitten, of een boom te kappen, of steenen te bikken en kon mij geen andere bezigheden voorstellen. Het stuk, dat wij zullen geven, vervolgde Vitalis, heet De knecht van den heer Joli-Coeur of de domste van de twee is niet dien men denkt.
Zoolang wij op straat en onder de menschen waren, liep Vitalis, zonder een woord te spreken, voort, maar toen wij een stil en afgelegen gedeelte der stad bereikt hadden, ging hij op een paal zitten, en wreef met de hand over het voorhoofd, hetgeen hij altijd deed, wanneer hij in verlegenheid was.
Vitalis was haar genaderd en had gegroet, maar zeer koel. Ik vraag u verschooning dat ik u lastig val, maar ik wilde u mijn compliment maken. Vitalis boog zonder te antwoorden. Ik beoefen de muziek, ging zij voort, en dit zal wel voldoende zijn om u te doen beseffen, dat ik gevoelig ben voor zulk een groot talent als het uwe. Een groot talent!
Ik stak haastig een kaars aan en zocht naar Joli-Coeur, daar ik hem niet hoorde. Hij lag op zijn mat uitgestrekt in zijn generaalsuniform en scheen te slapen. Ik bukte mij over hem heen en vatte hem bij een poot, om hem wakker te maken. Zijn poot was koud. Op dit oogenblik trad Vitalis binnen. Ik wendde mij tot hem. Joli-Coeur is koud. Vitalis knielde naast mij neder.
Meer dan eens begon Vitalis, die zoo geduldig met zijn honden was, aan mij te wanhopen. Wanneer men een dier leert, dan houdt men zich in, want dan weet men dat het een dier is, maar met u is mij dat bijna onmogelijk. Hij hief dan op de meest aandoenlijke wijze de handen ten hemel en liet ze vervolgens met een harden slag op zijn dijen nederkomen.
Gisteren mocht gij dat nog zeggen, maar vandaag niet meer; je hebt toch gezien, dat er nog brave menschen in de wereld zijn. Wij hadden eene te goede les gehad om weder het touw van onze koe los te laten; zij was heel goedig, dat is waar, maar zij was ook geducht schichtig. Weldra hadden wij het dorp bereikt, waar ik den eersten nacht met Vitalis doorgebracht had.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek