United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Waarom hebt gij hen ook naar buiten laten gaan? Ja, waarom? Daarop was het me onmogelijk een antwoord te geven. Wij moeten ze gaan zoeken, zeide ik en ik liep vooruit, maar Vitalis hield mij terug. Waar woudt gij ze gaan zoeken? Ik weet het niet; overal. Hoe zouden we onzen weg vinden in die duisternis en door de sneeuw?

Toen ik mijn dorp verliet, was Vitalis in mijn oog een mensch zooals alle anderen, want ik was toen nog niet in staat om eenig onderscheid te maken; maar mijn verblijf bij mevrouw Milligan had mij tot op zekere hoogte de oogen geopend en zonderling, wanneer ik Vitalis soms aandachtig gadesloeg, dan scheen het mij toe, alsof hij in zijn houding, zijn manieren en alles eenige overeenkomst had met mevrouw Milligan.

Ik ging op den grond liggen en kroop den geheelen muur langs, zonder echter een voor te kunnen ontdekken; ik keerde toen naar Vitalis terug en stelde een zelfde onderzoek aan de tegenovergestelde zijde in. De uitslag was dezelfde, overal een muur; nergens kon men een opening bespeuren, noch een weg of diepe voren of het spoor dat ons den ingang verraadde. Ik zie niets dan sneeuw.

Het was mij alsof hij den agent met zijn blik in den grond wilde boren, maar dat gebeurde niet; eensklaps rukte deze zijn hand los, greep mijn meester bij den kraag en wierp hem op zijde. Vitalis viel bijna op den grond, met zooveel kracht stootte de agent hem van zich af; maar hij bleef nog juist staan en gaf met de rechterhand zijn vijand een geduchten slag.

Wij hadden nu ten minste een dak, dat ons beschutten kon en de regen zou niet op ons nedervallen. Vitalis was een bedachtzaam man, die zonder de noodige levensbehoeften nooit op reis zou gaan. In den ransel, dien hij op zijn rug droeg, had hij een groote snede brood, die hij in vier stukken brak. Toen zag ik voor de eerste maal hoe hij gehoorzaamheid en tucht wist te handhaven.

Vitalis deed eenige passen en toen, alsof hij hem nog niet zag, legde hij zijn beide handen op den hinderpaal, dien hij een muur noemde, en dien ik voor een hoop steenen hield. Het is een muur, zeide hij; alle steenen zijn geregeld geschikt en ik voel de kalk: waar is dan toch de ingang? Zoek de voren.

Hier, zeide Vitalis, toen wij 's avonds, vóór we ons naar bed, begaven, nog een oogenblik bleven praten, hier is een man geboren die duizenden soldaten heeft doen sneuvelen, die zijn loopbaan als staljongen begonnen is, en als vorst en koning haar heeft geëindigd; hij heette Murat; men heeft een held van hem gemaakt en zijn naam aan dit dorp gegeven; ik heb hem gekend en zelfs dikwijls gesproken.

Als de wind bij vlagen door de takken suisde, veroorzaakte hij een klagend geluid, alsof de arme gepijnigde boomen zelven over hunne wonden treurden. Vitalis had mij gezegd, dat wij dien avond een dorp zouden bereiken, waar wij een nachtverblijf konden vinden.

Wanneer ik aan hem dacht, moest ik mij niet de laatste oogenblikken voor het geheugen halen, maar de jaren die ik in zijn huis had doorgebracht. Denk eens na over hetgeen ik u gezegd heb, mijn jongen, herhaalde Vitalis van tijd tot tijd, gij zult er met mij niet ongelukkiger om wezen.

Toch was er een geheimzinnig punt, dat ik zou hebben kunnen aanhalen: hetgeen bij onze laatste voorstelling had plaats gehad, toen het zingen van Vitalis zoozeer de bewondering en verbazing van die dame had opgewekt; evenzoo de bedreigingen welke Garofoli hem had toegevoegd; maar ik vroeg mij af, of ik niet beter deed, dit voor mijzelf te houden.