Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
In die hut te blijven vond ik volstrekt niet naar; vooral niet omdat ik er niet zoolang dacht te blijven als Vitalis mij had voorgespiegeld om zijne zuinigheid te rechtvaardigen. Intusschen uit niets was af te leiden, dat het spoedig zou ophouden te sneeuwen. Door de opening van de hut zagen wij de vlokken dicht en snel naar beneden vallen.
Ditmaal echter weken wij van onze gewoonte af; inplaats van in het begin van het dorp stil te houden, ging Vitalis naar eene herberg, waarvoor een fraai verguld uithangbord heen-en-weer bengelde.
Men hoorde een dof gedreun, het geluid van rammelend ijzer en zware hamerslagen, terwijl daar bovenuit onafgebroken het ratelen van rijtuigen klonk, die men in zijn verbeelding over de kade zag rijden. Dat is Bordeaux, sprak Vitalis.
Of ik veel of weinig ontving, was voor mij niet de hoofdzaak; maar hoe kleiner het dorp was, zooveel te minder gevaar liepen wij om er agenten van politie te ontmoeten. Ik kleedde dus mijn personeel aan en zoo ordelijk mogelijk trokken wij het dorp binnen. Jammer maar, dat wij Vitalis niet hadden om op de fluit te spelen en door zijn voorkomen, evenals een tamboer-majoor, de aandacht te trekken.
En nadat ik honderdmaal van gedachten veranderd was, de meest tegenstrijdige denkbeelden elkander waren opgevolgd, kwam ik eindelijk tot het besluit niets te doen en niets te zeggen. Ik zou alles zijn gewonen loop laten gaan en mij aan mijn lot onderwerpen, wat er ook gebeuren mocht. Misschien wilde Vitalis geen afstand van mij doen en dan zou de waarheid ook nooit bekend worden.
Blijkbaar was de arme Joli-Coeur ziek en hij moest zich dan ook wel ziek gevoelen, dat hij den zoeten wijn weigerde, waarvan hij anders zooveel hield. Drink den wijn uit, zeide Vitalis, en blijf in bed; ik ga een dokter halen. Ik moet bekennen, dat ik veel van warmen zoeten wijn hield en dat ik een geduchten honger had.
Ik voor mij begreep den toestand heel goed, nu Vitalis mij dien uitlegde, maar toen de honden het brood in den zak zagen wegbergen, terwijl hun honger nog verre van gestild was, staken zij de pooten naar hun meester uit, krabden zijn knieën en vertoonden eene geheele pantomime om hem te beduiden, dat hij den zak moest openmaken, waarop zij onafgebroken de oogen gevestigd hielden.
Als we het geluk slechts hadden van in een schaapskooi een onderkomen te vinden, dan werden wij tenminste door de warmte der schapen voor de koude bewaard; ook was het juist tijd, dat de schapen hun jongen zogen en dikwijls kregen wij verlof om een schaap te melken; wij zeiden wel niet, dat we bijna van honger omkwamen, maar Vitalis vertelde met zijn gewone slimheid, "dat het kereltje zooveel van schapemelk hield, daar hij als kind gewend was geweest die te drinken en het hem aan zijn land herinnerde."
Bij deze verklaring zag Vitalis, in plaats van aandachtig te luisteren, de zaal rond. Ik begreep, dat hij mij zocht. Ik besloot toen mijn schuilplaats te verlaten en terwijl ik tusschen de menigte doorschoof, gelukte het mij eene plaats vooraan te krijgen.
Wij liepen dus door de straten van Parijs; het was stikdonker en het gaslicht dat door den wind flikkerde, verlichtte den weg slecht; telkens gleden wij uit op de eene of andere bevroren plaats. Vitalis had mij bij de hand genomen, terwijl Capi ons volgde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek