Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Dat was vreemd en het scheen, dat in de schemering de vlakte eene verandering ondergaan had en zij met geheimzinnige wezens bevolkt was geworden. De gedachte kwam in mij op, waarom weet ik zelf niet, dat een ander in mijn plaats misschien bang zou geworden zijn; dat was zeer wel mogelijk, daar Vitalis mij gevraagd had of ik vrees koesterde; toch gevoelde ik voor mezelf in het minst geen vrees.

De toestand was onhoudbaar; ongetwijfeld was mijn meester verdwaald en de groeven, die hij zocht, waren niet in dezen omtrek. Toen ik geen voren vinden kon, bleef mijn meester een oogenbik zwijgend staan; daarop drukte hij weder zijn handen tegen den muur en betastte dezen van alle kanten. Capi begreep van dit alles niets en blafte van ongeduld. Ik liep achter Vitalis.

Ik verlangde vurig om die nieuwe kleederen aan te trekken, maar vóór ik ze aantrok deed Vitalis ze een verandering ondergaan, die mij innig leed deed. Toen wij in de herberg terugkwamen, haalde hij een schaar uit zijn tasch te voorschijn en sneed de beide pijpen van mijn broek af, ongeveer op de hoogte van de knieën.

Voor ik deel uitmaakte van het gezelschap, had Joli-Coeur eene bloedspuwing gehad en men had hem adergelaten. Thans voelde hij zich wederom ziek en stak ons een arm toe, om hem nogmaals ader te laten en te genezen, zooals de eerste maal. Was dit niet aandoenlijk? Vitalis werd er dan ook niet alleen door aangedaan, maar het verontrustte hem ook.

Kom, vooruit Riccardo! Deze hief de zweep op en de riem viel weder op den rug van den ongelukkige. Moeder! moeder! riep deze. Gelukkig behoefde ik niet langer van dit tooneel getuige te zijn, want de deur ging open en Vitalis trad binnen.

Toen wij geruimen tijd een breede straat, die minder onaanzienlijk was dan die welke wij reeds waren doorgegaan, hadden gevolgd en waarin de winkels hoe langer hoe beter werden naarmate wij verder kwamen, sloeg Vitalis rechts om en een oogenblik later bevonden we ons in een zeer armoedige wijk der stad met hooge huizen, die door hun zwarte gevels nog hooger schenen; het water liep uit de ontdooide goten midden door de straat en zonder zich om dat vuile water te bekommeren, schreed een dichte menigte over de modderachtige steenen voort.

Ik had gewenscht dat Vitalis mij beknorde; ik had hem bijna kunnen smeèken, dat hij mij sloeg. Maar hij zeide niets; hij zag mij zelfs niet aan; hij bleef met het hoofd voorover bij den haard zitten. Zeker dacht hij aan hetgeen ons lot moest worden, wanneer wij geen honden meer hadden. Hoe zouden wij zonder hen voorstellingen kunnen geven? Hoe zouden wij aan den kost komen?

Joli-Coeur, die alles altijd herhaalde wat hij dwaas vond, had ook deze beweging nagebootst, en daar hij altijd bij mijn lessen tegenwoordig was, speet het mij geweldig, wanneer ik mij vergiste en hem zijn armen weder ten hemel zag heffen. Zelfs Joli-Coeur lacht u uit, riep Vitalis.

Gij ziet, sprak Vitalis, terwijl hij met zijn hand op de vlakte wees, dat het vergeefsche moeite wezen zou, indien gij ontsnappen wildet, gij zoudt terstond door Capi en Zerbino achterhaald worden. Ik dacht al niet meer aan ontvluchten. Waar zou ik heengaan? Bij wien?

Niet alleen stemde de commissaris hierin toe, maar hij prees den tuinman zelfs voor deze goede daad. Ik moest nu alles vertellen, wat ik van Vitalis wist: dat viel mij moeilijk, want ik wist niets of bijna niets van hem.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek