Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 mei 2025
Jean Valjean nam woest nog twee vijffrancstukken uit zijn buidel en gaf ze den priester, zeggende: "voor uw armen!" Als in waanzin voegde hij er bij: "Laat mij gevangennemen, mijnheer de pastoor; ik ben een dief." De pastoor gaf zijn paard de sporen en reed verschrikt weg. Jean Valjean ijlde nu voort in de eerst door hem ingeslagen richting.
Rodolphe, naar zijn door zijn kleeding reeds verraden beroep gevraagd, erkende zijn betrekkingen tot de Muzen en bestelde een tweede rondje. Toen de kellner de flesch wilde medenemen, vroeg Schaunard hem die maar te laten staan. Hij had in een van Colline's zakken het zilveren duo van twee vijffrancstukken hooren weerklinken.
Gavroche richtte het hoofd op, verwonderd over de grootte van het geldstuk; hij bezag het in de duisternis, en de blankheid ervan bracht hem in verrukking. Hij kende de vijffrancstukken van hooren zeggen; hij had er een gunstig idée van; 't verheugde hem er persoonlijk kennis mede te maken. "Laat ons het beest eens goed bekijken!" zeide hij.
Nu ontmoette Valjean een priester te paard. Hij naderde hem en zeide: "Mijnheer de pastoor, hebt ge ook een knaapje ontmoet?" "Neen," zei de geestelijke. "Den kleinen Gervais?" "Ik heb niemand gezien." Hij nam twee vijffrancstukken uit zijn buidel en gaf ze den priester. "Mijnheer de pastoor, dit is voor uw armen, mijnheer de pastoor!
De reiziger ging zitten; Thénardier bleef staan en zijn gelaat nam een zonderlinge goedhartigheid en onnoozelheid aan. "Ik moet u zeggen, mijnheer, dat ik dit kind onuitsprekelijk liefheb." De vreemdeling zag hem strak aan. "Welk kind?" vroeg hij. "'t Is zonderling, hoe men zich aan iets hechten kan," vervolgde Thénardier. "Wat is al dat geld? Neem uw vijffrancstukken terug.
Zij antwoordde stoutmoedig: "Ja, mijnheer, 't is drie-en-twintig francs." De vreemdeling legde vijf vijffrancstukken op de tafel. "Ga nu het kind halen," zeide hij. Op dit oogenblik trad Thénardier in 't midden der kamer en zeide: "Mijnheer is nog zes-en-twintig sous schuldig." "Zes-en-twintig sous!" herhaalde de vrouw. "Twintig sous voor de kamer, zes voor het avondeten," hernam Thénardier koel.
Hem bleef niets meer over dan Diogenes Laërtius. Hij nam het hoogst zeldzame exemplaar onder den arm en ging uit; 't was de 4 Juni 1832; hij begaf zich tot den opvolger van Royol hij de poort St. Jacques, en kwam terug met honderd francs. Hij zette den stapel vijffrancstukken op het nachttafeltje der oude dienstbode en ging naar zijn kamer zonder een woord te zeggen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek