Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


Als zij iets geweten hadden van al de teedere episoden in het afgeloopen jaar, of liever van de pogingen tot teederheid, die in de kiem verstikt waren, zouden zij allen met innige voldoening hebben kunnen zeggen: "Ik heb het wel voorspeld!"

God geve, dat zy altoos haren eigen weg ga, en door haar goed hart, 't welk niet vry is van wat achteloosheid, niet verstikt worde door eene wel overlegde loosheid." Ik was geheel aandagt. Zy ging voort: "Dat zelfde Meisje, dat zelf in uw byzyn haar levendigheid niet kan bedwingen, heb ik, geduurende myne ziekte, niet dan zwygent en schrijent gezien.

Ik huiver te beslissen, maar ge zult mij vergunnen de vreeze te opperen, dat het effectenspel den goederenhandel verstikt, even als de schuldenlast der nieuwere staten het krijgszwaard der koningen onzer dagen in de scheede houdt: zoo gaan goed en kwaad in deze wereld hand aan hand.

Het was dien dag brandend heet; en daar het blauwe meer er zoo klaar uitzag, ijlde ik, verstikt van het stof, de sintelige helling af, tastte gretig naar het water doch vond dit tot mijn groote spijt zoo zout als pekel. De rotsen op de kust wemelden van groote, drie tot vier voet lange, zwarte hagedissen, terwijl op de heuvels nog eene leelijke, geelachtig bruine soort algemeen voorkwam.

Het is waar, dat mijn leven niet altijd zoo verdorven was als in den tijd toen ik ongeveer 20 jaren telde; het is ook waar, dat het niet voortdurend zoo slecht was, als ik het mij voorstelde in de dagen mijner ziekte. Ook in dat tijdperk ontwaakte in mij soms de drang naar het goede, te snel helaas weer verstikt door blinde hartstochten, die mij naar omlaag trokken.

En dadelijk toen hij er over begonnen was, op dien toon, dien ze niet van hem kende, en die haar prikkelde, haar beleedigde, voelde Annie, dat nu net moment was, dat ze 't zou zeggen, het gedurig verborgene, 't zoo moeizaam en lang onderdrukte;... ze voelde 't met angstigen schrik, want ze dacht het zoo diep en zoo veilig begraven, ja bijna verstikt in haar binnenst; voor hem had het altijd geheim moeten blijven!... Maar 't wilde er nu uit; onbedwingbaar drong het haar naar de lippen, ze zei het ondanks zich zelve, in wilde schokken van telkens enkele woorden: 't Kon haar wat schelen, wat of ze dachten!... Wat was 't voor die menschen! niks! niks! die vonden 't wel aardig, wel interessant!... Maar voor haar!... Voor haar was 't verschriklijk.... En voor hem ook, voor hem ook!... Maar 't was nu eenmaal zoo!... Ze kon het niet helpen!... Ze zag er zoo tegen op!... tegen Dinsdag ... o God! vreeslijk zag ze er tegen op!... Omdat ... omdat ze niet wist.... Omdat ze niet dacht.... O God! o God!... dat ze genoeg van hem hield.... Ze had altijd gehoopt ... en zoo stellig verwacht, dat het wel zou veranderen.... En 't moest ook, het moest, het moest!... Want anders zou 't al te gruwelijk zijn!... Maar 't was nu nog net als dien dag, toen hij haar had gevraagd en zij 't eigenlijk wel had gevoeld, al dadelijk, dat het niet heelemaal goed was ... maar had gehoopt, had gehoopt.... Want dan zou 't immers zoo mooi geweest zijn, zoo heerlijk, zoo.... O! ze wist niet hoe 't kwam!

Deze vriend was verpletterd, verstikt, in elkander gedrukt door den vreeselijken arm van den inktvisch, wellicht later tusschen de ijzerharde kaken verbrijzeld, en zou niet met zijn makkers rusten onder het kalme water in een koralen graf! Te midden van die worsteling had de wanhoopskreet, door den ongelukkige geuit, mij het hart verscheurd.

De nu en dan te voorschijn tredende kiemen der industrie werden altijd weder verstikt, de handel en alle vaderlandslievende bewegingen verlamd en onderdrukt.

In de overspanning van den modernen wedijver en den worstelstrijd om zich een plaats te verzekeren is zulk medegevoel van-zelf zeldzaam, en wordt ook zeer vaak verstikt door het onzedelijk streven naar eenvormigheid van typos en gelijkvormigheid met den regel, dat overal zoo zeer de bovenhand heeft en misschien in Engeland meer kwaad sticht dan ergens anders.

Maar in-eens, stilstaande, stampte hij, fel-driftig, met zijn linkervoet, die dof sloeg tegen den weeken grond, woedend dat hij nu niet verliefd was op dat meisje!.... Zóóveel maal had dat zoet-betooverende gevoel zijn lijf doortrild, soms met krachtig begeeren, soms nauwelijks merkbaar, fijntjes als een zachte, vreemde geur, maar dan juist vol genot.... En nu, nu hij 't noodig had, nu dat het eenige scheen wat ontbrak aan matelooze zaligheid, nu kwam dat niet, nu was hij leeg van dat gevoel, nu scheen dat weg uit hem,.... dood, verstikt, verdroogd?.... hij wist 't niet, maar 't was niet om uit te staan!

Woord Van De Dag

brille

Anderen Op Zoek