Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Roemrijk Vlaanderen, gij hebt uwe benijders niet gansch verplet; het groote ridderland, dat u beloert, is vruchtbaar en rijk aan dappere mannen; honderdmaal nog zal het Vlaamsche bloed voor de vrijheid vlieten.... Maar indien het gevaar u dreigt, indien de roem of het volksbestaan van Vlaanderen in de weegschaal wordt gelegd, dan zal uit den schoot uwer sterkmoedige Gilden wel een man ontstaan, die als een reus de wereld tot eerbied voor uwe onafhankelijkheid en voor uwen naam zal dwingen.
Daar is de oogst verloren, want de rijstplanten op de sawah's zijn dood en de koffieboomen op de hellingen der bergen hebben bloemen, bladeren en vruchten verloren. De overvloedige regen, die in de dagen viel volgende op de uitbarsting, is gedrongen door de aschlaag, en al de planten, die niet verplet zijn door het gewicht van de modder, herleven.
Over hem ontdekte men den Heer van Aylva, die gedwongen was geweest, de sponde des gekwetsten te verlaten, bij wien zich thans niemand bevond dan des Graven biechtvader, gereed om hem de diensten van zijn heilig ambt aan te bieden, zoodra hij tot zijn kennis kwam. De waardige Olderman stond in diep gepeins verzonken en als verplet van droefheid.
"Hierheen, Mijnheer Van Beveren!" zeide de stem van Heynsz; de deur ging open en de gepoeierde Heer met den karmozijnen rok trad binnen, door Heynsz gevolgd. Amelia stond als verplet. Zij wrong de handen en zag haar vader aan, met oogen, waarin een onbeschrijfelijke angst was uitgedrukt.
"Een diamant!.... Een kunstmatige diamant!...." herhaalde Cyprianus mompelend en met gedempte stem, want hij was letterlijk verplet. "Ik heb dus de oplossing van het vraagstuk omtrent deze fabriekmatige bereiding gevonden!.... En dat nog wel in weerwil van het ongeval aan de buis overkomen!.... Ik ben dus rijk.... Ik! rijk!!.... En Alice, mijn dierbare Alice, behoort mij dus!"
Zy vliegen toe met de ijsselijkste slagen, Om, elk, met zich in 't graf een vijand meê te dragen, En alles davert. Een van Segols krijgshoop sneeft; En heel zijn legerspits bewondert hen en beeft. Hun wapen echter zwicht. Omringd van alle zijden, Zijn 't leeuwen, die met tand en bloote klaauwen strijden, En, in een breeden kring van jagers dicht omzet, Met vijftig knotsen in een oogenblik verplet.
Boet voor uw opzet, keer Zijn wraakvuur eer 't ontgloed'! Vergeet voor eeuwig die u minde, die gy 't harte Verscheurde, en in 't heelal geen' balsem voor haar smarte, Geen troost meer, overliet. Ja, dat ik 't u bezweer'! Verplet Gods wraak me, en u, ziet gy my immer weêr !" Zoo spreekt ze en ijlt vol drift den Jongling uit zijne oogen.
"Mij dunkt," zeide Deodaat, "die monniken vechten als leeuwen: gij hadt gezegd, zij zouden zich niet lang meer verdedigen; maar, naar het mij voorkomt, staat de kans vrij ongelijk en kunnen zij blijven vechten tot de gansche boel ineenstort en vrienden en vijanden samen verplet."
'k Verwijt u niets, maar vlied me, en laat my ademtocht; En dan, dan danke ik 't lot; het heeft mijn ramp volwrocht." Zoo spreekt ze, en scheurt zich los, en rukt met woeste vingeren De vlechten uit het hoofd, terwijl haar leden slingeren En schudden. Ach! zy vliedt, maar stort op d'eersten tred Den Jongling weêr in d' arm, als van een schrik verplet.
Nog zat ik verslagen en verplet toen ik Werner's vingerdruk op mijnen arm voelde en zijn vriendelijk aangezicht vóór mij zag, blakend van voldoening, bij het licht van eene lantaarn in zijne hand. »Wel?" sprak hij: »nog niet in slaap? Kom, vriendlief, kom! we zouden er nachtwerk van gaan maken! Maar wat zegt ge? Stroomt er nog vuur door mijne stramme kneukels?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek